Ze hebben er 18(!) jaar op moeten wachten, maar op 14 mei 2017 gebeurde het eindelijk weer: Feyenoord werd kampioen van Nederland.
Die titel betekende het einde van een lange periode van droogte, waarin Feyenoord bijna niet dieper kon zakken, maar toch wist terug te komen.


> Click here to read the ENGLISH version on Statified Football <


Dit jaar is Feyenoord 3e geworden, ver achter Ajax en PSV. Hiermee zijn ze weer verzekerd van een startbewijs voor de Europa League.
Daarnaast is er ook een revolutie op komst, aangezien succescoach Giovanni van Bronckhorst en technisch directeur Martin van Geel afscheid hebben genomen van de club.
Levende legende van het Nederlandse voetbal Jaap Stam neemt het stokje over van Gio en zijn wens zal natuurlijk zijn om Feyenoord terug te brengen naar grote hoogten.
Voor een club met de status en geschiedenis van Feyenoord is het frustrerend om slechts derde viool te moeten spelen in de competitie. Ajax en PSV hebben in de afgelopen jaren een enorme sprong gemaakt zowel op financieel als sportief gebied en vooral aartsrivaal Ajax lijkt momenteel ver boven de rest uit te (gaan) steken, aangezien ze het tot de halve finale van de Champions League hebben geschopt.
Niemand verwacht dat Feyenoord in de nabije toekomst tot vergelijkbare hoogten als Ajax en PSV kan stijgen. Ze zullen blij moeten zijn met de derde plek en proberen om in de komende jaren zover mogelijk te komen in de Europa League.
Goede prestaties in Europa zorgen voor een financiële boost en dragen bij aan de ontwikkeling van de spelers, zodat Feyenoord – weliswaar in kleine stapjes – steeds beter competitie kan bieden aan de grote twee en op den duur zich misschien weer zal mengen in te titelstrijd.
Daarnaast kunnen de plannen voor een nieuw of gerenoveerd stadion ook leiden tot nog een financiële boost, wat ze in de toekomst ook kan helpen om de aansluiting weer te maken.
Maar dat is eigenlijk allemaal niet genoeg.
De fans in het algemeen, en in het bijzonder het zeer trouwe Legioen, zien Feyenoord het liefst altijd mee strijden om de titel en het liefst al vanaf volgend seizoen.
Zou dat kunnen?
Zien we in de performance data aanknopingspunten die Feyenoord kan aangrijpen om hun prestaties op de korte termijn te verbeteren?
Op basis van de prestaties van dit jaar, zou je kunnen zeggen dat Feyenoord terecht de derde club van Nederland is. Op veel van de Key Performance Indicators in onderstaande grafiek bezet Feyenoord de derde plek.
Feyenoord KPIs

Feyenoord in aanvallend opzicht

Op aanvallend gebied zijn de prestaties goed: per wedstrijd produceren ze gemiddeld 18,2 schoten in totaal en 7,4 schoten op doel, wat resulteert in 1,96 expected goals (xG) per wedstrijd. Alleen Ajax en PSV doen dit beter.
De cijfers over de opbouw tot deze aanvallende data zien er ook goed uit, want ze hebben de op één na beste slagingspercentage van passes op de helft van de tegenstander (76%) en de op twee na hoogste aantal geslaagde passes in de zestien van de tegenstander (19,6).
Het leidt weliswaar niet tot schoten van de hoogste kwaliteit – er zijn zes teams die een hoger xG per schot genereren dan de 0,109 van Feyenoord – maar desondanks slagen ze erin om meer dan verwacht te scoren.
Ze hebben 5,26 doelpunten meer gescoord dan was verwacht op basis van xG.

Feyenoord in verdedigend opzicht

Op verdedigend gebied ziet het er ook allemaal prima uit. Hoewel Feyenoord relatief veel schoten in totaal (12,6) en schoten op doel (4,6) tegen krijgt – ze bevinden zich slechts bovenaan de subtop op deze twee indicatoren – zijn de schoten van lage kwaliteit (0,09 per schot).
Hierdoor hebben tegenstanders gemiddeld slechts 1,14 xG per wedstrijd tegen Feyenoord gegenereerd.
Mogelijk kunnen ze de verdedigende statistieken verbeteren door ervoor te zorgen dat ze beter worden in het winnen van reguliere duels en luchtduels, aangezien ze met respectievelijk een slagingspercentage van 59% en 50% onderin de Eredivisie bungelen.
Aan de andere kant doet Feyenoord het heel goed op het gebied van onderscheppingen, geblokte passes en het uitverdedigen van de bal (44,9 per wedstrijd) – verrassend genoeg doet alleen Excelsior het beter op dit gebied – en hebben ze het laagste slagingspercentage van vijandelijke voorzetten (slechts 20% komt aan).
Daardoor zou je kunnen zeggen dat Feyenoord er mogelijk voor kiest om de duels niet aan te gaan, maar om gevaarlijk situaties en doelpunten te voorkomen door het spel beter te lezen dan de tegenstander en zo zich goed te positioneren, waardoor ze de bal tijdig onderscheppen of wegwerken.

Overall prestatie

Op het oog zien we dat Feyenoord overall gezien zo rond de derde plek zit op de meeste indicatoren.
Er zijn indicatoren die beter kunnen, omdat Feyenoord daar slechter dan derde presteert. Maar daarentegen zijn er nauwelijks indicatoren waar Feyenoord het beter dan derde doet en daarmee dus geen voordeel heeft ten opzichte van Ajax en PSV.
Onderstaande grafiek laat het voorgaande goed zien: Feyenoord is weliswaar het op twee na sterkste team van de Eredivisie, maar het gat met de eerste twee is ook op basis van de performance data erg groot.
Team rankings Eredivisie
Hoe is deze performance indicator opgebouwd?
Om bovenstaande grafiek te genereren wordt voor elk team en elke afzonderlijk performance indicator gekeken of het team beter of slechter presteert dan het gemiddelde van de competitie.
Als je vervolgens de uitkomsten over alle performance indicatoren samen neemt, zie je dat als een team over de gehele linie beter dan gemiddeld presteert, dat resulteert in een positieve waarde en een plek rechts van de gemiddeldelijn in bovenstaande grafiek. Vice versa bezit een team die minder dan gemiddeld presteert een plek links van de lijn.
Wat we zien is dat Ajax en PSV het meest van het gemiddelde afwijken, wat inhoudt dat zij niet alleen op basis van de eindrangschikking, maar ook op basis van de key performance indicators (verreweg) de twee beste teams van de competitie zijn.
Feyenoord komt op een derde plek, gevolgd door twee koppels bovengemiddelde teams bestaande uit eerst Vitesse en AZ en daarna FC Utrecht en FC Groningen.
Het meest opvallende is dat Feyenoord zich in een soort niemandsland bevindt: ze zijn aanzienlijk beter dan de bovengemiddelde teams, maar staan ook ver af van Ajax en PSV.
Als ze in de nabije toekomst de strijd willen aangaan met deze twee teams en de traditionele top drie in ere willen herstellen, moeten ze hun prestaties zodanig zien te verbeteren dat ze naar rechts schuiven in de grafiek.

Verbeterpunten Feyenoord

Laten we daarom dieper in de key performance indicators duiken, om te bepalen waar mogelijk verbeterpunten voor Feyenoord liggen.

Voorin afhankelijk van twee spelers

Als we inzoomen op de aanvallende prestaties, is het interessant om te kijken naar de aanvallende output van de individuele spelers.
Een manier om die output weer te geven is door te kijken naar xG en xGA (beide per 90 gespeelde minuten).
xGA staat voor xG assisted en is een maat dat aangeeft hoe groot de kans is dat een bepaalde pass eindigt in een doelpunt. Als speler A een pass geeft aan speler B en speler B schiet op doel, dan krijgt de pass van speler A een xGA waarde gelijk aan de xG waarde van het schot van speler B.
Op deze twee statistieken valt bij Feyenoord meteen iets op: in onderstaande grafiek is te zien dat Van Persie en Berghuis de enige twee spelers van Feyenoord (in het rood) zijn die zich op het gebied van aanvallende output kunnen meten met spelers van Ajax (in het zwart) en PSV (in het blauw).
Expected goals en assists eredivisie 2018-2019
Dat is best zorgwekkend, gezien het feit dat Van Persie na dit seizoen afscheid neemt. Dat houdt in dat Berghuis de enige speler van topniveau op aanvallend gebied is.
Feyenoord zal dus iets moeten ondernemen om het verlies van Van Persie te compenseren.

Meer kansen voor Kökcü?

Als we kijken naar de rest van de spelers van Feyenoord in de grafiek, zien we een handvol spelers met een gemiddelde xG + xGA per 90 minuten: Kökcü, Jørgensen, Larsson, Vente en Toornstra.
Het is verrassend om te zien dat Kökcü, de speler met de beste output van deze groep, slechts weinig wedstrijden heeft gespeeld dit seizoen.
Het lijkt daarom vanzelfsprekend dat hij volgend seizoen meer speeltijd moet krijgen om zijn kwaliteiten zo goed en snel mogelijk door te ontwikkelen.
Van de rest van de eerder genoemde spelers en Vilhena – die zich ergens onderaan deze grafiek bevindt – had men aan het begin van het seizoen ongetwijfeld meer verwacht (met uitzondering van Vente die nog geen vaste waarde is in het team).
Spelers als Toornstra, Jørgensen en Vilhena dragen doorgaans ook een steentje bij op het gebied van doelpunten en assists, maar afgelopen seizoen viel dat tegen.
Ook lijkt Larsson nog steeds niet in staat te zijn geweest om zijn niveau op te krikken naar de standaard die hij en Feyenoord zouden moeten nastreven.
Het is daarom de uitdaging voor Stam om deze spelers weer terug op niveau te krijgen, of om versterkingen van buitenaf te halen.

Namli een aanwinst?

De afgelopen weken deden geruchten de ronde dat Namli wel eens met Stam mee zou kunnen verhuizen naar Feyenoord. Uiteindelijk is het niet van een transfer gekomen en is Namli naar FK Krasnodar verhuisd. En dat is maar goed ook.
Hoewel Namli over het algemeen in de media goed te boek staat, lijkt hij op basis van de data over zijn aanvallende output niet echt de versterking waar Feyenoord naar op zoek is. Met zijn 0,38 xG + xGA per 90 minuten doet hij het ten opzichte van de spelers van Feyenoord alleen beter dan Vilhena en zou daarom niet een speler zijn geweest waar Feyenoord beter van wordt.
Een speler die wél een versterking zou kunnen zijn is Adrián Dalmau. De 25-jarige spits van Heracles produceert 0,68 xG + xGA en is daarmee, na de spelers van de traditionele top drie en het fenomeen Isak, de best of the rest van de competitie.
Daardoor zou hij een goede vervanger voor Van Persie kunnen zijn en lijkt hij gezien zijn transferwaarde van 2 miljoen euro (op het moment van schrijven) ook een realistische optie voor Feyenoord.
Mocht Dalmau inmiddels toch te veel aandacht hebben getrokken en niet meer haalbaar zijn, dan kunnen ze bij Heracles blijven aankloppen en een poging wagen voor Peterson (0,58 xG + xGA).
Om tot een goed oordeel te komen of deze twee spelers van Heracles daadwerkelijk een versterking zijn, moet Feyenoord verder kijken dan alleen data. Data is een uitstekend middel om spelers in het vizier te krijgen die goed presteren. Met name spelers die bij de “kenners” of de media nog niet bekend zijn of in dit geval niet per se als versterking voor Feyenoord worden gezien.
Om te bepalen of zo’n speler daadwerkelijk bij Feyenoord past en zal slagen, moet men ook kijken naar zaken als als persoonlijkheid, aanpassingsvermogen, kunnen omgaan met druk, etc.
Als we verder naar beneden gaan in de grafiek, dan komen we snel uit bij spelers die niet beter zijn dan spelers die al bij Feyenoord spelen.
Als Feyenoord verder wilt kijken dan Dalmau en Peterson, dan zouden ze het buiten de Eredivisie moeten zoeken.

Verdedigend zijn er genoeg opties het team te versterken

Verdedigend zag het er op teamniveau goed uit voor Feyenoord en op individuele basis valt het ook niet tegen.
Onderstaande grafiek toont de verdedigende bijdrage van spelers in de Eredivisie: op de verticale as staat het aantal geslaagde verdedigende acties (onderscheppingen, geblokte passes en uitverdedigende acties) per 90 minuten (gecorrigeerd voor balbezit). Op de horizontale as het slagingspercentage van verdedigende acties.
Hoe meer een speler zich rechtsboven in de grafiek bevindt, hoe groter zijn verdedigende bijdrage. Een plek rechtsboven in de grafiek betekent dat een speler vaak slaagt in zijn verdedigende acties en dat hij deze geslaagde acties ook vaak uitvoert.
Defensieve acties Eredivisie
We zien veel centrale verdedigers en back van Feyenoord (in het rood) rechtsboven in de grafiek, veel meer dan spelers van Ajax en PSV (in het zwart en blauw respectievelijk).

Verdedigend sterk

Dat bevestigt nogmaals wat we op teamniveau zien: Feyenoord presteert heel goed op het gebied van verdedigende acties.
Wel valt op dat Van der Heijden er niet uitspringt als verdedigende uitblinker. Hij heeft best veel wedstrijden gespeeld en wordt als een belangrijke speler beschouwd, maar op basis van deze data is hij zeker niet één van de betere verdedigende spelers.
Aangezien er veel spelers uit andere teams zijn die veel meer opvallen op basis van hun verdedigende bijdrage (rechtsboven in de grafiek), is het voor Feyenoord interessant om tussen die spelers op zoek te gaan naar versterkingen. De linksback positie lijkt voorlopig goed bezet met Haps, Verdonk en Malacia. Centraal achterin en op rechtsback is er echter ruimte voor verbetering.
Wat te denken van Cuco Martina? Hoewel hij in de media en bij de kenners niet echt goed te boek staat, heeft hij het met bijna 10 succesvolle verdedigende acties per 90 gespeelde minuten en een slagingspercentage van 75% (niemand doet dit beter) het zeer goed gedaan.
Het zou interessant zijn om te kijken wat voor verdedigende acties hij precies heeft ondernomen. Zijn het vooral acties waardoor een mogelijk gevaarlijke aanval van de tegenstander wordt voorkomen (preventieve acties zoals onderscheppingen en geblokte passen)? Of is hij eigenlijk te laat waardoor hij veel corrigerende acties moet maken zoals tackles en uitverdedigende acties, en zijn die kenners toch zo gek nog niet?
Ongeacht hoe je ernaar kijkt, blijft het feit staan dat hij verdedigend zeer veel bijdraagt aan het spel van Feyenoord. En als hij met zijn vele succesvolle acties doelpunten weet te voorkomen, maakt het dan uit of hij dat doet met preventieve of corrigerende acties?
Op basis van data dus een zeer interessante speler, die ook nog eens liefde heeft voor de club. Het zou daarom de moeite waard zijn om te kijken of ze hem langer aan zich kunnen binden.
Andere spelers die het goed gedaan hebben en ook realistische doelen voor Feyenoord lijken te zijn, zijn Daniel Høegh (11 succesvolle verdedigende acties en 60% slagingspercentage) en Samir Memisevic (8,5 succesvolle verdedigende acties en 70% slagingspercentage). Beide spelers hebben niet alleen goed gepresteerd, maar hebben dat ook op een respectabel niveau gedaan, in de subtop van de Eredivisie bij respectievelijk Heerenveen en Groningen.
Zouden zij in staat zijn om een stap te maken?
Verder zien we spelers als Menno Koch (ex-PSV), Wessel Dammers (ex-Feyenoord), Jurgen Mattheij en Ted van de Pavert die op basis van de data uitstekend hebben gepresteerd, maar dat bij een club hebben gedaan die op aanzienlijk lager niveau acteerde. Het is daarom zeer twijfelachtig of zij een veel hoger niveau aan kunnen.
Qua rechtsbacks zien we twee interessante opties: Fernando Lewis en Deyovaisio Zeefuik. Beide hebben echter een verleden bij andere grote clubs, respectievelijk AZ en Ajax.
Dat maakt een transfer in het geval van Zeefuik lastig gezien de relatie tussen Ajax en Feyenoord en in het geval van Lewis zou de vraag gesteld moeten worden in hoeverre een speler die niet geslaagd is bij AZ, een aanwinst zou moeten zijn voor Feyenoord.
Een laatste speler die interessant is om eruit te lichten is Jerdy Schouten. Mocht Clasie definitief terugkeren naar Southampton en Vilhena zijn lang gewenste transfer naar het buitenland maken, dan ontstaat er een gat dat Feyenoord moet opvullen.
In dat geval zou Feyenoord niet verder hoeven te kijken dan om de hoek bij het kleine broertje Excelsior. Al wordt het zeker niet makkelijk, gezien de media aandacht die Schouten de afgelopen tijd heeft gehad en de daaruit ontstane interesse.

Conclusie

Ondanks dat Feyenoord de derde club van Nederland is, is het gat met Ajax en PSV groot en wordt het lastig om binnen afzienbare tijd op financieel gebied met die twee clubs te concurreren.
Feyenoord zal veel terrein goed moeten maken en kan aan die opdracht beginnen door voor elke linie een speler te halen die ze beter maakt of het vertrek van een (top)speler compenseert.
Van Persie moet vervangen worden en in de data zien we dat Dalmau en Peterson beide een geschikte kandidaat zijn. Mocht Vilhena vertrekken, dan moet Feyenoord het bij Excelsior proberen voor Jerdy Schouten. En voor in de verdediging zijn Memisevic of Høegh interessante spelers die Feyenoord zeker verder moet bekijken.

4.6/5 - (17 stemmen)
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Wat brengt de nabije toekomst voor Feyenoord?
  • 14 juli 2019

    In 2004 schreef James Surowiecki de bestseller ’the Wisdom of the Crowds’. Surowiecki stelt dat een collectief van leken in veel gevallen meer weet dan bepaalde deskundigen. Uiteraard zijn de omstandigheden van het geval van belang, maar het uitgangspunt is zeer logisch. Bekende voorbeelden van dit principe zijn onder andere de (gok)markten. Of denk aan de optie om het publiek te kunnen inschakelen bij spelprogramma’s. Statistisch gezien heeft het publiek het vrijwel altijd goed. Laten we nu ’the wisdom of the crowds’ toepassen op het voetbal.
    Laat ik vooropstellen, bovenstaande artikel is leuk geschreven en op zich is het interessant om met behulp van de bestudeerde data te kijken naar de prestaties van Feyenoord- en eventuele versterkingen. Je zou bijna denken dat Feyenoord een uitstekend centraal verdedigingsduo heeft met van Beek en Botteghin. Echter, er zijn weinig supporters te vinden die eenzelfde mening toegedaan zullen zijn. Waarom zou dat zijn? Zijn supporters dusdanig subjectief dat zij deze data gewoonweg negeren? Dat is uiteraard een reële mogelijkheid. Desalniettemin, het uitgangspunt van supporters is doorgaans om het beste voor een club te willen: de beste opstelling waarmee de beste resultaten behaald kunnen worden.
    Zo was Lex Immers een tijd lang best populair bij een fanatiek gedeelte van het Legioen, en al helemaal door ‘deskundigen’ die zich baseerden op data (ik meen dat hier ooit op deze website een vrij positief verhaal over Immers werd geschreven op basis van data), maar de opluchting was stiekem groot toen hij vertrok.
    Wat verklaart deze discrepantie tussen deskundigheid op basis van data en het collectieve sentiment van een Legioen? Het antwoord ligt uiteraard besloten in de dooddoener: data zegt niet alles. Kwantitatief kijken naar het spel kan veel inzicht verschaffen, maar kwalitatief kijken naar het spel zal uiteindelijk altijd zinvoller zijn. Lex Immers scoorde redelijk veel, maar dit was niet meer dan logisch gezien de afgestemde speelstijl en kwaliteit van kansen die hij benutte. Als 10 ontbeerde hij creativiteit, snelheid en inzicht- Immers was eigenlijk van weinig toegevoegde waarde voor Feyenoord als we zijn spel kritisch en kwalitatief analyseren.
    Zo ook als we kijken naar de genoemde verdedigers. Van Beek en Martina zullen vast veel (lucht)duels winnen, maar zij hebben niet de voorwaartse passing van een de Ligt of het positionele inzicht van een Blind waarmee zij verdedigend van toegevoegde waarde zijn voor hun team. Martina als back had niet de snelheid en de creatieve pass vanaf de zijkant die Karsdorp bijvoorbeeld wel had. Hij moest veel zelfgemaakte fouten corrigeren. Dit stuwde misschien zijn slagingspercentage omhoog, maar er kan geenszins gesteld worden dat we met Martina naar een potentiële topper in de verdediging hebben gekeken afgelopen seizoen. Tevens met betrekking tot de opbouw van Feyenoord kwamen beide spelers tekort, van Beek heeft evenals Martina namelijk niet de opbouwende kwaliteit om spelers snel vrij te passen of het tempo omhoog te schroeven.
    Problematischer -als we aannemen dat de belangrijkste kwaliteit van een verdediger is om kansen te verijdelen- is dat beide verdedigers cruciale duels vaak niet wonnen, waardoor Feyenoord op beslissende momenten tegendoelpunten moest toestaan. Iets dat niet verwerkt is in bovenstaande data, maar wel verwerkt op het netvlies van elke Feyenoord supporter (elke Feyenoord supporter zal Trencin uit niet snel vergeten). De reden dat van Beek toch statistisch hoger uitkomt valt grotendeels te verklaren door de speelstijl van Feyenoord, niet door zijn intrinsieke kwaliteiten. Iets wat het Legioen als collectief uitstekend in weet te schatten, in tegenstelling tot bovenstaande data.
    Dan ten aanzien van de genoemde versterkingen. Een aspect van het voetbal dat niet is meegenomen in deze data is de druk en de mate van vrijheid in het spel. Het is een gegeven dat topclubs in Nederland vaak tegen georganiseerde tegenstanders staan, waardoor de ruimtes kleiner zijn en de moeilijkheidsgraad van het spel toeneemt. Voor een club als Excelsior geldt dit niet. Tegenstanders zullen Excelsior vaak als inferieure tegenstander zien en dikwijls hoger aanvallen. De ruimtes die hierdoor ontstaan zijn in het voordeel van spelers als Schouten. Bij grotere ruimtes en mindere druk wordt het bijvoorbeeld makkelijker om belangrijke (key) passes te geven.
    Waarom excelleerde Dammers bij Fortuna, terwijl hij bij Feyenoord als centrale verdediger derde in de rangorde was? Dit heeft alles te maken met de organisatie van een team. Fortuna Sittard blonk uit in het georganiseerd neerzetten van een counterpress, waarbij de afstanden voor centrale verdedigers kleiner zijn dan bijvoorbeeld bij een topclub. Fouten kunnen sneller worden gecompenseerd door medespelers die op kortere afstand staan. En duels zullen makkelijker worden gewonnen. Als je met 8 man dicht tegen je doel verdedigt, en de tegenstander heeft weinig ruimte om een aanval op te zetten, zal je makkelijker in deze drukte kunnen verdedigen en duels kunnen winnen. Dammers met zijn lengte kon hierdoor optimaal renderen.
    Uiteraard zou ik de prestaties van zowel Schouten als Dammers niet willen bagatelliseren. Zij blonken daadwerkelijk uit bij hun clubs, maar de nuance die we hierbij zouden moeten vermelden is dat zij uitblonken op een lager niveau met minder druk. Zij blonken uit op een andere (speel)wijze. Bij een topclub worden geheel andere kwaliteiten gevraagd. Het is geen toeval dat beide spelers minder opvallend goed presteerden in de wedstrijden waarbij het niveau omhoog ging en er meer werd gevraagd. Derhalve is het interessant om nog eens goed met behulp van data te kijken naar de wedstrijden waarin clubs als Fortuna en Excelsior het moeilijker hadden. Of om te zoeken naar criteria waarbij dit verschil makkelijker verklaart kan worden vanuit data.
    Het is geen toeval dat Ajax en PSV bij hun zoektocht naar versterkingen niet zijn uitgekomen op de hierboven -op basis van data- uitgelichte gescoute spelers. Als topclub ligt de kwalitatieve lat hoger en zul je kritischer moeten kijken naar de manier waarop een speler in het veld speelt. Data is een handig hulpmiddel, maar helaas niet meer dan dat op dit moment. Ajax en PSV geven de voorkeur aan buitenlandse spelers die fysiek en technisch van een hoger niveau zijn dan bovenstaande eredivisie spelers. Voorts leunen zij sterker op de eigen jeugdopleiding. Zij hebben terecht ingezien dat veel jeugdspelers kwalitatief niet onderdoen voor de uitblinkende subtoppers en middenmoters van de eredivisie. En zij hebben geleerd dat deze jeugdspelers qua niveau omhoog zullen gaan als er spelers worden aangetrokken die kwalitatief van het type dragende kracht zijn. Feyenoord kan hier lering uitrekken en zou dit (scouting en aankoop)model moeten emuleren. Zo zal Feyenoord vanzelf weer op het niveau van de andere twee topclubs terechtkomen. Alleen bij hoge uitzondering zou een topclub nog spelers moeten halen bij een lagere eredivisieclub.

    Reageer

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *