Wat maakt een topspits een topspits en hoe onderscheidt hij zich statistisch ten opzichte van andere spitsen? Dat is waar we in dit artikel dieper op in gaan. We zoomen met name in op de statistische aspecten van topspitsen. Waarin komen ze overeen, en, nog belangrijker, wat kun jij als spits van de lokale zondag 4e klasse hiervan leren?
De spitsen die in dit artikel worden behandeld, zijn uitgekozen op basis van hun grote aantal goals in de afgelopen jaren. Ze komen uitsluitend uit de vijf grote competities waar ze een langere tijd spelen.
De enige uitzondering is Haaland, die ondanks zijn korte tijd in de Bundesliga veel indruk heeft gemaakt en qua statistieken niet onderdoet voor zijn meer gevestigde collega’s.
Bundesliga
Robert Lewandowski draait een fantastisch seizoen. In 28 wedstrijden wist hij maar liefst 40 keer het doel te vinden in de competitie. Met een expected goal van 29,84 scoort hij maar liefst elf goals van wat je op basis van de statistieken zou mogen verwachten.
Wat opvalt aan zijn statistieken is dat hij gemiddeld 4,7 keer per wedstrijd op doel schiet, wat een erg hoog gemiddelde is ten opzichte van andere spelers in de competitie.
Zijn vervanger Eric Choupo Moting schiet daarentegen slechts 2,1 keer per wedstrijd op doel.
Shotmap Lewandowski
De ‘geboren spits’ Erling Braut Haaland. De nog altijd pas twintigjarige spits van Dortmund heeft in zijn eerste jaar al een overweldigende indruk achter gelaten bij de fans en voetballiefhebbers over de hele wereld.
Wat opvalt aan de statistieken van Haaland is dat hij vrijwel nooit van buiten de zestien meter schiet. In de 42 wedstrijden die hij in de Bundesliga speelde schoot hij slechts acht keer van buiten de zestien op goal, waarvan één keer succesvol.
La Liga
Luís Suarez mag natuurlijk niet in dit rijtje ontbreken. De goaltjesdief uit Uruguay staat bekend om zijn neusje voor de goal en staat ook dit seizoen alweer op twintig goals in La liga.
Net als de andere topspitsen scoort ook hij dit seizoen meer dan je op basis van de expected goals zou mogen verwachten (17,38).
Bovendien valt het op dat ook hij de meeste schoten op goal produceert van de spelers van zijn club, en al jarenlang gemiddeld drie tot vier keer per 90 minuten op de goal van de tegenstander schiet.
In zijn topseizoen bij Barcelona in 2015/2016 creëerde hij de meeste kansen uit zijn carrière en dat leidde dan ook tot een recordaantal van veertig goals in 35 wedstrijden.
Als een spits bij een topclub speelt, betekent dat niet automatisch dat hij meer kansen krijgt. Een voorbeeld hiervan is Martin Braithwaite van Barcelona.
Dit seizoen staat de Deen op twee goals en dat is bijna vier goals minder dan zijn expected goal (xG 6,00).
Daarnaast schiet hij slechts 1,88 keer per wedstrijd op goal, waar je ziet dat de geselecteerde spitsen drie of meer keer op doel schieten en over het algemeen boven hun expected goal getal scoren.
Premier League
Uit de Premier League zijn twee spitsen geselecteerd: Harry Kane en Sergio Agüero. Harry Kane staat op dit moment bovenaan in het topscorersklassement in de Premier League met 21 doelpunten.
Zijn ploeg, Tottenham Hotspur, staat er op dit moment beter voor dan je op basis van de expected points zou mogen verwachten en dit is mede door de prestaties van Harry Kane.
Sinds het seizoen 2014-2015 heeft Kane ieder jaar boven zijn xG gepresteerd en dit kan geen van de andere spitsen overleggen. Hij schiet daarnaast gemiddeld rond de vier keer per wedstrijd op goal.
Sergio Agüero heeft dit seizoen nog maar weinig minuten gemaakt maar heeft zijn status wel bewezen met 258 doelpunten in de Premier League, naast 73 assists.
De laatste twee spelers die in het overzicht zijn meegenomen, zijn de best presterende spits uit de Serie A Lukaku van Inter Milan en vanuit de Ligue 1 Mbappé van Paris Saint Germain.
Uit het overzicht blijkt dat iedereen behalve Lukaku minimaal drie keer per 90 minuten op goal schiet.
De absolute uitblinker in dit overzicht is Harry Kane die maar liefst 24 keer meer heeft gescoord dan je op basis van de statistieken mag verwachten (zonder penalty’s 21 keer).
Karim Benzema is de enige speler die negatief scoort voor de kansen die hij heeft gekregen.
Nu de spitsen geselecteerd zijn is het interessant om te bepalen vanuit welke positie zij het net weten te vinden en wat hun zo sterk maakt in het afronden ten opzichte van andere spitsen.
Uit welke positie scoren ze?
Uit de eerste statistieken blijkt dat elke spits een duidelijke voorkeur heeft voor een schot met een bepaald been en hiermee ook meer scoort. De succescijfers in percentage van het aantal doelpogingen zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Wat opvalt aan de statistieken is dat het succespercentage van vrijwel alle spelers rond de 20% zit; ongeveer één op de vijf ballen gaat er dus in. Van de geselecteerde spitsen heeft Haaland zowel met links als met rechts het hoogste succespercentage.
Eén op de drie schoten van de Noor zijn een doelpunt, wat een extreem hoge score is. Een kleine kanttekening bij de statistieken is dat Haaland ook verreweg de minste wedstrijden heeft gespeeld die meegenomen zijn in de data.
Daarnaast is een interessant gegeven dat één van de kleinste spitsen, Luis Suarez met zijn 1,82m, het hoogste succespercentage heeft in kopgoals, met als nummer twee de kleinste spits Sergio Agüero.
Bij Sergio Agüero is het verder opvallend dat hij op papier rechts is, maar dat hij hier minder succesvol mee is dan met links en zijn hoofd.
Positie voor de goal
Wat opvalt aan de scoringspositie is dat vrijwel alle spitsen verreweg de meeste goals maken in de rode zone van onderstaande figuur.
Deze bevindt zich tussen de twee zijlijnen van het doelgebied en tot ongeveer de penaltystip. Deze positie zie je vooral bij Lewandowski, Benzema en Kane.
Bij Haaland en Mbappé zie je meer spreiding, waarschijnlijk omdat zij ook veel van hun snelheid gebruik maken en sterk zijn in de counter.
Waarin komen de topspitsen overeen?
Uit de statistieken blijkt dat de topspitsen veel overeenkomst vertonen met betrekking tot het creëren van veel kansen. Dat uit zich in een hoog aantal schoten op doel per wedstrijd.
Ook scoren ze bijna allemaal boven hun expected goal getal, wat betekent dat ze meer uit hun kansen halen dan je op basis van de statistieken zou mogen verwachten.
Bij alle spelers zie je ook een duidelijke voorkeur voor één been, maar het onderscheid in succespercentage tussen links en rechts is niet erg groot: ze maken doelpunten met beide benen uit ongeveer 1 op de 5 kansen. Van buiten de zestien zijn alle spitsen niet erg succesvol. Kane is de enige uitzondering; hij scoort met dertien procent van zijn goals een stuk hoger dan de anderen.
Daarnaast valt op dat de meeste spitsen hun goals vanaf min of meer recht voor het doel maken, tussen de zijlijnen van het doelgebied en de elf meter.
Wat kun jij van een topspits leren?
Dat de topspitsen boven hun expected goal getal scoren ligt nogal voor de hand en is voor een amateur lastig te evenaren, echter uit de data blijkt ook dat topspitsen per 90 minuten meer op doel schieten dan anderen.
Ze creëren dus meer kansen voor zichzelf en kunnen dus ook succesvoller zijn. Hieruit blijkt nog maar weer eens hoe belangrijk loopacties zijn en het vrijkomen van je directe tegenstander en daarnaast goed positie kiezen voor de goal.
Loopactie 2e paal
Erling Braut Haaland is toch wel één van de meesters van de loopactie. In het bovenstaande figuur een mooi voorbeeld waarbij Haaland gebruik maakt van de loopactie naar de 2e paal.
Julian Brandt dribbelt in met de bal vanaf de zijkant en Haaland heeft slim positie gekozen in de blinde hoek van beide verdedigers. Vervolgens geeft al aan dat hij de bal bij de 2e paal wil hebben. Brandt geeft de bal op maat en Haaland hoeft hem alleen nog maar in te tikken.
Het voordeel van de tweede paal is dat je het gehele doel voor je hebt en over het algemeen al ingedraaid staat naar de goal. Dat maakt de kans veel groter in vergelijking met een loopactie naar de eerste paal.
Loopacties in de diepte
Snelheid bewaren in de loopactie is een andere manier om snel vrij voor de goal te komen. Haaland is hier sterk in, maar ook Luis Suarez als in het voorbeeld hieronder.
Suarez behoudt zijn snelheid door de loopactie eerst in de breedte te maken waardoor hij niet buitenspel komt te staan. Hij wacht op het juiste moment en duikt net zoals Haaland in bovenstaande voorbeeld uit de rug (blinde hoek) van de verdediger om vervolgens één op één te komen met de keeper.
Daarnaast valt het op dat bij een één op één situatie gaan de aanvallers vaak voor de lange hoek, dit is ook logisch want meestal wordt de korte hoek afgedekt door de keeper waardoor er meer ruimte bij de tweede paal komt.
Kortom, wat kan jij van de topspitsen leren?
Geconcludeerd kan worden is dat topspitsen veel vanuit de beweging scoren en goed positie kiezen voor de goal. Ze zijn dodelijk in de 16 en buiten de 16 meter vrij ongevaarlijk met een laag succespercentage op uitzondering van Kane en Agüero.
Het vanuit de beweging en het positie kiezen voor de goal is dan ook goed toepasbaar voor amateurspitsen uit welke klasse dan ook.
Onderstaand zie een filmpje waarin de slimheid en loopactie worden toegelicht van Lewandowski en Haaland. Pik je voordeel er uit en kijk wat goed wat voor jouw als spits zou kunnen werken.
Filmpje met uitleg Lewandowski en Haaland:
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel