Twee weken geleden maakte Ajax A1 in de ‘Champions league youth’ Hollandse patat van Paris Saint Germain. Opvallend feitje omdat de uitslag van deze onderlinge confrontatie in contrast staat met de prestaties van de Ajax senioren een dag eerder. Zijn er theoretische oorzaken die de zichtbare tegenstelling kunnen verklaren?
Een primaire oorzaak ligt gedeeltelijk bij het verdienmodel (en de bijhorende winstmaximalisatie) van de clubs. Binnen het betaald voetbal is een club economisch gezien gewoon een bedrijf. Een onderdeel binnen het verdienmodel van dit soort bedrijven is om goede voetballers zo jong en goedkoop mogelijk te contracteren en door te ontwikkelen. Zo is Ajax, gevolgd door Partizaan Belgrado en FC Barcelona, nog steeds het meest productieve opleidingsinstituut binnen Europa (Poli & Besson, 2014).
Niet dat we er in Nederland veel citroenen voor kopen, want de commerciële thuismarkt is relatief klein en talenten kunnen immers daar spelen waar hun marktwaarde het grootst is. De financieel kapitaal krachtige competities omarmen deze gaar gestoomde talenten dan ook met een stevige `sugardaddy hug`. Vanuit deze waarneming is het interessant om te kijken naar de mogelijke leeftijdsverschillen tussen de eredivisie en een buitenlandse competitie met een groot economisch waarde. Er is in dit onderzoek gekozen voor de Engelse Premier League.
Centrale onderzoeksvraag binnen dit artikel luidt dan ook: ‘In hoeverre is er een verschil tussen de eredivisie en de Premier league betreffende leeftijd, speelminuten en spelerspositie?’
Onderzoekseenheden
In dit vergelijkend onderzoek zijn 822 voetballers onderzocht. Van deze 822 voetballers kwamen er 410 uit de eredivisie en 412 uit de Premier League. De leeftijd van de veldspelers wordt gemeten in hele jaren. Een kanttekening binnen de meting in hele jaren is dat er wel informatie in maanden verloren gaat. Buiten de leeftijd is ook het aantal speelminuten (aantal minuten dat zij op het veld hebben gestaan) van de eerste 12 wedstrijden meegenomen. Spelers minder dan 100 minuten speeltijd over de 12 wedstrijden heen zijn uit de analyse verwijderd. Als factor is positie van de speler in het veld meegenomen in het onderzoek.
Analyse
In de onderstaande grafiek is de frequentieverdeling van de eredivisie en die van de Premier league weergegeven. Het is duidelijk waarneembaar dat de scheve leeftijdsfrequentie van de eredivisiespelers meer leunt naar de linkerkant in vergelijking tot die van Premier league. Deze verdeling uit zich dan ook in een gemiddelde leeftijd van 23,65, waar de leeftijd binnen de Premier League een kleine drie(!) jaar (M=26,59, STD= 3,9) hoger ligt.
Een interessante vraag is of er een verschil zit tussen de beide competities betreffende de variabele leeftijd en het aantal speelminuten. Leeftijd is hierbij terug gebracht naar drie overzichtelijke leeftijdsklassen, namelijk 17-22 jaar, 23-26 en 27 jaar en ouder. In de onderstaande grafiek zien we dat er in beide competities een duidelijke stijging plaats vindt in speelminuten van leeftijdsgroep 17- 22 naar de leeftijdsgroep 23 – 26 jaar. Zowel in de eredivisie als in de Premier league vindt er na 26 jaar een daling plaats.
De laatste onderzoeksvraag heeft betrekking op de posities (aanval, middenveld en verdediging) van de spelers in betrekking tot het aantal speelminuten. In hoeverre is er een verschil in speelminuten als we de bovenstaande grafiek controleren op spelerspositie? De trendlijn binnen de eredivisie beweegt zich voor middenvelders op een non-lineaire manier. Spelers op het middenveld pieken in speelminuten zo rond hun 23-26 jaar. Na 26 jaar vindt er bij deze oudere ledervossen een sterke daling plaats. In grafiek 4 is ook zichtbaar dat de zeer jonge EPL middenvelders in het begin van hun carrière weinig speelminuten maken. Dit slowstarten wordt naarmate de leeftijd vordert wel enigszins gecompenseerd. Binnen de Premier league zien we ook duidelijk een interactie-effect (kruising van de lijnen) tussen middenvelders en aanvallers.
Conclusie
De eredivisie heeft in vergelijking tot de premier league een significant lagere leeftijd. Dit komt overeen met de theoretische veronderstelling dat Hollandse grond meer ruimte biedt voor ontwikkeling van spelers. Een pruttelend stoofpannetje in vergelijking tot de Engelse financiële snelkookpan waarin managers onder druk vooral Engels talent weg bezuinigen. Dat het Engels nationaal team al jaren als een drol voetbalt, is volgens mij wel deels een ‘pay off’ van dit beleid. Jonge spelers krijgen juist binnen de Nederlandse opleidingscompetitie meer ruimte voor zelfontplooiing, maar door het vertrek van deze talenten naar het buitenland kunnen de Nederlandse clubs moeilijk aanhaken bij de grote destinatie competities binnen de EUFA. Of zoals Liverpool legende Alan Hansen het ooit formuleerde:`You can’t win anything with kids.”
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide commentsHoi Jan, bedankt weer voor je leuk artikel. Ik lees ze altijd met veel plezier! De Eredivisie is een echte opleidingscompetitie geworden en zal dat zelf uit moeten nutten.
Thomas, bedankt voor je complement.