1. Eredivisie

Nederlands talent gaat verloren door geboortedatum

Het hele jaar door zoeken scouts naar talent op de Nederlandse voetbalvelden. De beste voetballertjes verdienen een stage bij een professionele voetbalclub en belanden – als ze goed genoeg blijken – in hun jeugdopleiding. Of je dat kunt bereiken, hangt af van veel factoren. Heb je de benodigde discipline? En wat te denken van mentale weerbaarheid? Het gaat zelfs verder: uit onderzoek blijkt dat spelers die in januari geboren zijn – de zogenaamde peildatum, vaker prof worden dan voetballers die in december ter wereld kwamen.
Dat heeft te maken met het scoutingssysteem van (amateur)clubs. Een speler die op 1 januari 2008 ter wereld is gekomen, is volgens de clubs net zo oud als een speler die op 31 december 2008 geboren werd. De spelers komen allebei uit 2008, ondanks dat er bijna een jaar leeftijdsverschil is.
Hoewel een jaar niet erg veel lijkt, betekent een heel jaar op de leeftijd van een gemiddelde F-pupil enorm veel. Reken maar uit: zes of zeven jaar scheelt toch al 16,7% levenservaring. Iemand uit januari is in de praktijk een jaar verder in zijn ontwikkeling: fysiek, technisch en vooral mentaal scheelt een jaar erg veel. Hij zal derhalve eerder opvallen bij de speurende scouts van de profclubs en zodoende meer kans maken op een stage dan een teamgenootje dat in december jarig is.

Geboortemaandeffect

Nederland is niet het enige land waarin het peildatum-probleem zich voordoet. Zo hanteren ook landen als Argentinië, Brazilië en Spanje nieuwjaarsdag als overgangsdatum. Dit werd op het WK onder 20, dat destijds in Nederland georganiseerd werd, pijnlijk duidelijk. Uit een willekeurige groep van 168 voetballers bleek maar liefst 42% geboren te zijn in januari, februari of maart. Slechts 10% van deze jongens kwam uit de maanden oktober, november en december. Te veel om aan toeval toe te schrijven.
Het geboortemaandeffect, ook wel het relatieve leeftijdseffect genoemd, is niet alleen van toepassing op het voetbal, maar komt ook voor in andere sporten (zoals ijshockey) en in het onderwijs. Door het geboortemaandeffect komen niet de talentvolste jongens bovendrijven, maar degene die – door een voorsprong in leeftijd – het verst in hun ontwikkeling zijn.

Nederland

We hebben de geboortedata van de 989 voetballers uit de eredivisie en de Jupiler League opgezocht en onderzocht. De onderzochte spelers kwamen vóór de winterstop allemaal uit in de twee hoogste divisies van het Nederlandse voetbal. Door de geboortedata van deze voetballers te vergelijken, komen we te weten in welke maand de meeste voetballers geboren worden en of er ook in het Nederlandse voetbal sprake is van het geboortemaandeffect.
Dat blijkt zo te zijn, zij het licht. Zo’n 32% van alle voetballers in Nederland is in de maanden januari, februari en maart op de wereld gezet. Iets meer dan 26% van de spelers komt uit april, mei of juni, terwijl respectievelijk 23,3% en 18,0% in de zomer- en de herfstmaanden geboren is.

Geboortemaandeffect grafiek 1
Grafiek 1: de geboortemaanden van de voetballers in Nederland

Als we een opsplitsing maken tussen spelers die vóór (rode kolom, zie grafiek 2) en ná (blauwe kolom) 1 januari 1991 geboren zijn, zien we iets opmerkelijks. Waar we in de vorige diagram een lichte piek zagen bij de eerste vier maanden, zien we dat profvoetballers van na 01-01-1991 nóg vaker in de eerste maanden van het jaar geboren zijn. Maar liefst 37,8% van de Nederlandse voetballers van 1991 of later, komt uit de maanden januari, februari of maart.

Voor de spelers die vóór 1991 geboren zijn, ligt de piek in augustus, september en oktober. Ondanks dat de aantallen hier redelijk dicht bij elkaar liggen, valt op dat 27,6% van de oudere spelers in het Nederlandse voetbal uit de maanden augustus, september of oktober komt. Waarom?
Geboortemaandeffect grafiek 2
Grafiek 2: de geboortemaanden van de voetballers in Nederland opgesplitst in spelers die geboren zijn voor 1990 en ná 1990.

Vroeger lag de peildatum op 1 augustus. En wat bleek? Uit onderzoek van sportpsychologen Jurjen Holsheimer en Ad Dudink kwam naar voren dat destijds de meeste profvoetballers jarig waren in de maanden augustus, september en oktober. Nadat de grens vanaf het seizoen 1999/2000 naar 1 januari verschoof, maken de voetballertjes die net in het nieuwe jaar geboren zijn dus meer kans dan de ‘zomervoetballertjes’, iets wat ook op gaat voor het Nederlandse voetbal.

“Trainers zetten de oudste spelers, degene die dus fysiek het verste zijn, meestal achterin.”

Hoewel er dus duidelijk geboortemaandeffect optreedt bij spelers uit of na 1991, geldt dit niet voor alle posities. Zo zijn bijvoorbeeld de drie productiefste maanden van doelmannen respectievelijk maart (16,7%), juni (13,64%) en april (12,12%), terwijl de meeste aanvallers uit januari (16,3%), april (10,7%) en november (10,1%) komen.
Bij de verdedigers ligt dit anders. Van alle defensieve krachten in de eredivisie komt 15% uit januari, terwijl februari (13,9%) en april (12,3%) de top-drie completeren. Het lijkt er dus op dat de Nederlandse verdedigers vooral de voetballers zijn die op 7-jarige leeftijd fysiek verder waren dan de leeftijdsgenootjes uit latere maanden. Zou het een verklaring kunnen zijn voor het defensieve niveau van de eredivisie?

Geboortemaandeffect grafiek 3
Grafiek 3: Geboortemaandeffect onder verdedigers in Nederland

Oplossing

Volgens Steve Lawrence, consultant voor Cruyff Football en Ajax, is het geen toeval dat het effect bij verdedigers groter is. “Trainers zetten de oudste spelers, degene die dus fysiek het verste zijn, meestal achterin”, reageert Lawrence. “De spelers die wél iets kunnen met de bal, mogen dan de andere posities bekleden. Sommige spelers zitten enkele jaren later dan ook in het eerste elftal, wat het relatief hoge percentage kan verklaren.”
Het geboortemaandeffect lijkt een structureel probleem in het internationale voetbal; er gaat veel talent verloren. Echter, volgens Lawrence is dit relatief makkelijk op de lossen. “Ik denk dat het de beste oplossing is om een gemiddelde leeftijd in een team te introduceren. Daarmee voorkom je dat een team alleen maar bestaat uit spelers uit januari en dat ongeveer de helft uit latere geboortemaanden komt.”
Een andere oplossing zou volgens hem kunnen zijn om de peildatum jaarlijks drie maanden te verplaatsen. Op het moment ligt deze op 1 januari, wat dus inhoudt dat hij volgend jaar op 1 april komt te liggen en het jaar daarop op 1 augustus. “Deze methode heeft echter niet de elegantie die de ‘average team age’-regel wél heeft.”

5/5 - (3 stemmen)
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Nederlands talent gaat verloren door geboortedatum
  • 16 januari 2015

    “Voor de spelers die vóór 1991 geboren zijn, ligt de piek in augustus, september en oktober. Ondanks dat de aantallen hier redelijk dicht bij elkaar liggen, valt op dat 27,6% van de oudere spelers in het Nederlandse voetbal uit de maanden augustus, september of oktober komt. Waarom? Vroeger lag de peildatum op 1 augustus. En wat bleek? Uit onderzoek van sportpsychologen Jurjen Holsheimer en Ad Dudink kwam naar voren dat destijds de meeste profvoetballers jarig waren in de maanden augustus, september en oktober. Nadat de grens vanaf het seizoen 1999/2000 naar 1 januari verschoof, maken de voetballertjes die net in het nieuwe jaar geboren zijn dus meer kans dan de ‘zomervoetballertjes’, iets wat ook op gaat voor het Nederlandse voetbal.”
    Dat is niet de hele verklaring. De nazomer is namelijk ook de periode waarin de meeste mensen geboren worden.

    Reageer
  • 16 januari 2015

    Ik denk dat het geboortemaand effect twee zaken aangeeft. Ten eerste is het scoutingsapparaat erop gericht om de beste spelers van dat moment te vinden. Er wordt gekeken hoe goed een speler al is. Terwijl scouting gericht zou moeten zijn op het ontwikkelingsvermogen van een speler. Hoe sneller een speler progressie maakt hoe beter de speler uiteindelijk wordt. Dit moet beter gemeten worden.
    Ten tweede zorgt de KNVB ervoor dat competities op sterkte ingedeeld worden. Dat heeft als effect dat de fysiek sterkste spelers de sterkte van het team bepalen. Techniek wordt ondergeschikt aan het spelsysteem van de grote BVO’s. Daardoor ontwikkelen straatvoetballers zich ook niet meer in het Nederlandse voetbal. kleine ruimtes zijn er niet meer. Het spelen van 11v11 op een groot veld op 12 en 13 jarige leeftijd is een nekslag voor spelers die later in het jaar geboren zijn omdat ze fysiek te kort komen. Dit zou 9v9 voor 12 jaar en 11v11 voor 13 op een kleiner veld moeten zijn. Dan zou het geboortemaand effect geen verschil meer maken.

    Reageer
    • 17 januari 2015

      Met je eerste punt raak je zeker de goede snaar. Scouting is te veel gericht op het nu, niet op te toekomst. Denk echter wel dat het moeilijk te meten is wat de potentie van een speler is. Een scout staat bij amateurclubs met een kladblokje langs de lijn, zonder dat hij exacte informatie heeft over alle spelers op het veld (geboortemaand). Trainers van amateurclubs weten dit meestal zelf niet eens van hun spelers.
      Over het tweede ben ik het gedeeltelijk met je eens. Ik denk dat een technisch goede speler wel degelijk invloed heeft op de sterkte van een team. Met alleen fysiek kom je namelijk nergens, aspect ‘verwaterd’ namelijk hoe verder je in de ontwikkeling komt. Een tussenoplossing van 9v9 zou inderdaad een goede tussenstap zijn om het verschil te verkleinen. In de regio ZO-Brabant wordt hier al gebruik van gemaakt voor 2e-jrs E.

      Reageer
  • 20 december 2015

    Wanneer je potentie wilt meten zul je ten allen tijden moeten toetsen tegen het juiste referentiekader op kenmerken die enige potentie onderschrijven. Kijkend naar een speler die er op het eerste oog direct uitspringt kunnen we allemaal maar waar kijken we dan werkelijk naar, vaak vanuit een “silo” gedachte: Techniek ?, Tactiek ?, Fysiek ?, Mentaal ? Zijn vaak de specifieke peilers maar een mix hiervan plus de persoonlijkheids kenmerken en achtergrond van de persoon in kwestie maken pas het totale profiel. Dit profiel dient getoetst te worden aan een referentiekader van de ideale speler van een bepaalde leeftijd op specifieke kenmerken. En dan is het de kunst om te onderzoeken of de onderliggende potentie ook kan volstaan om middels de juiste training en begeleiding, uiteindelijk te kunnen beantwoorden aan het gevraagde profiel.

    Reageer
  • 26 december 2015

    Wij ervaren dat er wel degelijk een zeer groot verschil is op de kans om gescout te worden. Onze zoon geboren eind december 2006 . Deed vorig jaar mee aan de ” Jonger Oranje dagen ” die werden gehouden in februari. Onze zoon die net twee maanden 8 was geworden werd tot onze verbazing ingedeeld bij onder de 11 en niet bij onder de 9 . Het resultaat was dat hij die net 8 was stond te voetballen met kinderen van 10 , ja probeer dan maar eens op te vallen! Onze zoon is linksbenig 100% rechtsbenig 70 % en heeft een prachtige techniek , vanaf zijn vijfde zit hij al op techniektraining en het resultaat mag er wezen. Bij zijn huidige club worden de jongetjes van Januari en februari uitgenodigd voor stages bij BV’0s. Maar onze zoon die inmiddels alweer naar de E onder de 10 is geplaatst heeft dit geluk niet. Was hij 6 dagen later geboren dan had hij nog lekker in F1 gezeten en was hij ook zeker uitgenodigd door een BVO. Prachtige techniek , linksbenig , pakt dingen zeer snel op . ….. maar geboren eind december … ja dan houdt alles op.

    Reageer
  • 19 oktober 2017

    Het effect duidt er ook op dat we in Nederland in onze jeugdopleiding spelers beter maken. Als prestaties alleen afhankelijk wsren van talent dan zou het geboortemaandeffect verdwenen zijn bij jong volwassenen.
    Een evidente oplossing: biedt ook een uitstekende opleiding aan spelers uit de tweede helft van het jaar en/of aan spelers die wat later rijpen.

    Reageer

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *