Topscorers Eredivisie zijn niet de beste afmakers

Luuk de Jong en Memphis Depay scoorden allebei vijftien keer en voeren dit seizoen de topscorerslijst van de Eredivisie aan. Dat doet vermoeden dat de aanvallers van PSV de beste afmakers zijn. Maar is er ook een direct verband tussen die twee eretitels? De topscorers kennen we. Zijn dat ook de beste afmakers?

Schoten

De vijftig spelers met de meeste doelpogingen in de Eredivisie schoten tussen de 113 (Memphis Depay) en 35 (Arek Milik) keer. Drie van de vier topscorers ondernemen ook het vaakst een doelpoging. Memphis Depay schoot het meest van iedereen – maar liefst 113 keer, Mark Uth (92 schoten) en Luuk de Jong (84) deden dat ook erg vaak. Het enige buitenbeentje is Michiel Kramer. De spits van ADO Den Haag was dit seizoen al veertien maal trefzeker, maar had daarvoor slechts 57 pogingen nodig. Vijftien spelers schoten dit seizoen vaker dan de geboren Rotterdammer.
Tjaronn Chery moet, in tegenstelling tot Kramer, nog even oefenen met zijn schoten. De spil in het aanvalsspel van FC Groningen probeerde dit seizoen 93 maal de doelman van de tegenstander te verslaan, maar in slechts negen gevallen slaagde hij hierin. Van alle spelers in de Eredivisie ondernam alleen Depay tot dusver meer doelpogingen.

De meeste namen uit de schutterslijst schieten ook veel per 90 minuten, maar we zien ook twee nieuwe namen. Namelijk Mitchell Te Vrede en Colin Kazim-Richards, beiden spitsen van Feyenoord. Ondanks dat eerstgenoemde slechts 629 minuten speelde, ondernam hij al 39 doelpogingen. Dat komt neer op gemiddeld 5,58 pogingen per wedstrijd. Zijn Turks-Engelse teamgenoot doet het met 3,51 pogingen per duel ook niet onverdienstelijk.

Conversie

Dat Michiel Kramer weinig schiet en veel scoort, levert hem een uitstekende conversie op. Dat betekent: het ratio tussen het aantal doelpunten en het aantal schoten. Een speler die veel scoort en daarvoor relatief weinig schoten nodig heeft, heeft een hoge coversie. In het geval van Michiel Kramer bedraagt de conversie 24,56%. Anders gezegd: ongeveer 1 van zijn 4 schoten levert een doelpunt op. Alleen Michael de Leeuw (39 schoten, dertien goals, conversie 33,33%) en Arek Milik (35 schoten, negen goals, conversie 25,71%) scoren procentueel gezien vaker.

Op het eerste gezicht lijkt De Leeuw verreweg de beste schutter van de Eredivisie. De spits van FC Groningen doet 2,01 pogingen per duel en was al goed voor dertien doelpunten. Er is echter nog een factor die moet worden meegewogen: de moeilijkheidsgraad van een schot. Het zou oneerlijk zijn om schoten vanuit verschillende standen en posities allemaal hetzelfde te behandelen.

Expected Goals

Om de kracht van een schot te bepalen, gebruiken we het ExpG-model van 11tegen11. Door ieder schot een waarde toe te kennen, wordt bepaald welke pogingen ‘grote kansen’ zijn en welke juist niet. De waarde van een schot hangt af van een aantal variabelen, zoals de hoek met het doel en de afstand tot de goal. Een penalty zal dus een hogere ExpG-waarde hebben dan een schot vanaf 25 meter. Simpel gezegd is de ExpG-waarde de kans dat een schot doel kan treffen.
Op basis van ExpG is Luuk de Jong alleen topscorer van de Eredivisie. Met 14,529 verwachte doelpunten blijft hij ploeggenoot Memphis Depay (14,202) en Mark Uth van SC Heerenveen (13,939) net voor. Wat gelijk opvalt, is dat Michiel Kramer en Michael de Leeuw een relatief lage ExpG hebben.

Conclusie

Het verschil tussen het werkelijke aantal doelpunten en het verwachte aantal goals, toont de knapste afmakers. Drie spelers steken boven het maaiveld uit: Michiel Kramer, Michael de Leeuw en Arek Milik. Volgens het ExpG-model zouden ze alle drie een veel lager aantal doelpunten moeten hebben dan dat er in werkelijkheid achter hun naam staat. Die spelers bezitten de kwaliteit om kleine kansen om te kunnen zetten in doelpunten. Het eerste doelpunt van Arek Milik tegen SC Cambuur is daar een uitstekend voorbeeld van de Pool joeg de bal vanuit een lastige hoek achter doelman Nienhuis.

Hoewel De Jong en Depay de topscorers zijn van de Eredivisie, zijn zij niet de beste afmakers. Die eretitel gaat naar het trio Kramer, De Leeuw en Milik. De drie spitsen hebben de hoogste conversiegraad -het percentage goals uit het totale aantal schoten, en scoren bovendien regelmatig uit lastige situaties. De spitsen van ADO, FC Groningen en Ajax slaan toe op momenten dat je het niet verwacht, een gevaarlijk wapen.
Statistieken in dit artikel zijn mogelijk gemaakt door Opta en geraadpleegd via WhoScored en Squawka. De credits voor het ExpG-model gaan naar 11tegen11.