De trainers in de Eredivisie lijken dit seizoen te kunnen rekenen op behoorlijk wat steun van de clubleidingen. Ondanks dat ook dit seizoen een aantal ploegen onder de maat presteren, lijken de trainers nog niet te hoeven vrezen voor hun baan. Hoe anders is dat bijvoorbeeld in Italië, waar Frank de Boer het na twee nederlagen al moeilijk kreeg en direct moest vrezen voor zijn baan. Ook onze zuiderburen kunnen er behoorlijk wat van: Stijn Vreven zag zijn contract ontbonden worden. Op dat moment waren er al drie trainers ontslagen en uiteindelijk ging ook nog Aleksandar Jankovic vrijwillig van KV Mechelen naar Standard Luik. Het lijkt de eerste handgreep van de directie tijdens een slechte periode van een club, maar heeft het ontslaan van de trainer wel degelijk veel zin?
Korbach als naamdrager
In Nederland kennen zeker de voetbal volgers van de oude stempel ‘het Korbach-effect’ wel. De inmiddels overleden oefenmeester zag zijn naam verbonden worden aan het zogenaamde shockeffect. Wanneer een trainer de laan uit wordt gestuurd en zijn opvolger direct een of meerdere goede resultaten weet neer te zetten, wordt deze alom bekende term uit de kast getrokken. Frits Korbach had in de vorige eeuw patent op het creëren van dit effect. De kleurrijke oefenmeester stond vooral bekend om zijn humor en positieve gedachtegang over het spelletje. Het zorgde ervoor dat de druk bij de teams werd afgenomen en de spelers vrijuit konden voetballen, met overwinningen als gevolg.
Onderzoek zorgt voor opheldering
Uiteraard is een trainerswissel geen garantie tot drie punten, laat staan een goede reeks of het voorkomen van een mogelijke degradatie. Verscheidene wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar het al dan niet bestaan van dit fenomeen. Zo ook hoogleraar algemene economie Bas ter Weel. Hij analyseerde 81 ontslagen, 103 vrijwillige vertrekken en 212 vormcrises tussen 1986 en 2004 in de Eredivisie. Zijn conclusie mocht er zijn. Het shockeffect bestaat, al is het toch verstandiger om een trainer op de post te laten zitten. Vaak zitten de problemen dieper geworteld en wordt de vormcrisis niet definitief afgewend.
Shockeffect als strohalm
In de grafiek toont de econoom drie lijnen. ’t’ is het punt van het gedwongen al dan niet vrijwillige vertrek van een oefenmeester. De oranje lijn geeft de verandering nadat een trainer vrijwillig is opgestapt aan. Datzelfde geldt voor de turquoise lijn, alleen heeft Ter Weel het in dat geval over de ontslagen trainers. De paarse lijn weergeeft de ontwikkelingen nadat de club tijdens een mindere periode het vertrouwen in de trainer heeft uitgesproken. Zoals de lijnen aangeven bestaat het shockeffect dus wel degelijk. Dit laat de turquoise lijn direct na het nulpunt zien.
De aanhouder wint
Uiteindelijk trekt de paarse lijn nog behoorlijk bij en gaat hij de turquoise lijn weer voorbij. Dit geeft dus niks anders aan dat de resultaten van de gebleven trainers op de korte termijn minder zijn, maar verderop in het seizoen alsnog verbeteren. Een trainer het vertrouwen geven lijkt dus zijn vruchten af te werpen, al is dit op de lange termijn. Toch zien we vaak dat de beleidsbepalers vaak bezwijken onder de druk van de supporters, pers en soms de spelersgroep, waardoor het aanblijven van een trainer onmogelijk is gebleken.
Gezien de ontslaggolf bij onze zuiderburen, lijken zij dus bekend met het shockeffect. Toch lijken ze er nog niet van bewust dat op de lange termijn de aanhouder wint. Meegaan in de negatieve spiraal werpt op de lange termijn minder vruchten af, al zal Frits Korbach daar anders hebben over gedacht.
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide commentsSteun van clubleidingen lijkt me niet meer dan normaal, lange termijn beleid levert altijd meer op dan kortzichtig naar de toekomst te kijken. Niet altijd makkelijk met een kritische achterban die snel mort als de resultaten tegenvallen. Echter moeten prestaties altijd in de context geplaatst worden, het kan immers ook gewoon tegenzitten. Dan is het aan de technisch directeuren om hier, met voetbalverstand, een wijs besluit in te nemen.