Wie de laatste jaren goed heeft opgelet ziet een opmerkelijke verschuiving binnen het internationale (top)voetbal. Er is een trend gaande waarin steeds meer teams het geen enkel probleem vinden om veel minder balbezit dan de tegenstander te hebben. En niet geheel onterecht zo blijkt: Diego Simeone heeft van Atletico Madrid een verdedigende voetbalmachine gemaakt, Leicester wist met historisch weinig balbezit tegen alle verwachtingen in kampioen van Engeland te worden en Portugal werd Europees kampioen door zowel in de kwartfinale, halve finale en finale van het EK minder balbezit dan de tegenstander te hebben.
Terugkijkend op balbezit in het verleden zien we een belangrijk moment. Toen Pep Guardiola op 8 mei 2008 werd aangesteld als hoofdtrainer van zijn Barcelona begon het voetbal aan een nieuw tijdperk. Met de focus op balbezit introduceerde Guardiola samen met een unieke lichting spelers het alom geroemde ‘tiki-taka‘. Toch was tiki-taka voor Pep geen doel op zich, sterker nog, hij haat tiki-taka. Het rondspelen van de bal an sich zonder als doel te hebben het in de buurt van het vijandelijke doel te komen is voor Pep absoluut uit de boze. Toch lijkt het tiki-taka het begin van een tijdperk te zijn geweest waarin balbezit het middel was waarmee wedstrijden gewonnen werden.
In Nederland verhief Frank de Boer balbezit tot iets heiligs. Na weer een wedstrijd waarin de Amsterdamse ploeg punten verspeelde was het commentaar achteraf dikwijls: “we domineerden wel de wedstrijd, we hadden meer balbezit”. Een Nederlandse gedachte bij uitstek. Geen gekke gedachte ook, want Nederland is met balbezit als voetballand groot geworden, het spelen van balbezit zit in ons DNA, in onze voetbalcultuur. Toch is dit niet zoals we het ooit bedoeld hadden en ook deden. Het positiespel van Michels, Cruijff en Van Gaal was gericht op agressieve, snelle en risicovolle passing met veel bewegende mensen.
Het spelen op balbezit, je tegenstander de wil op leggen, het doorkruizen van linies met één simpele pass, het agressief in passen zijn allen moeilijke elementen in het voetbal. Het is niet voor niets dat zo weinig ploegen deze manier van spelen hanteren. Barcelona en Bayern München, het PSG van Blanc en het Arsenal van Wenger kunnen het. Maar dit zijn stuk voor stuk topteams met daarin de beste spelers van de wereld. Zij zijn in staat het idee, de voetbalvisie van de coach, in de praktijk uit te voeren zodat op balbezit spelen niet saai is, dat het een duidelijk doel naar voren heeft en toeslaat op de momenten waarin de tegenstander verdedigende zwakte kent.
De afgelopen twee seizoenen hebben Oranje, Ajax en ook Manchester United laten zien dat balbezit geen doel op zich moet zijn. Alle drie de teams ontbrak het aan de echte (creatieve) kwaliteit om een dergelijke zeer moeilijke speelstijl goed uit te voeren. Het spelen op balbezit lijkt hierdoor steeds meer tot een verdedigende tactiek te zijn geworden, zonder gevaarlijk voor de goal te worden.
Toch lijkt 2016 een einde te brengen aan het tijdperk dat in 2008 begon met tiki-taka voetbal. Er lijkt een nieuw realisme te zijn ontstaan waarin het niet meer belangrijk is hoeveel balbezit je als team hebt, maar wat je uiteindelijk met het balbezit doet, daar lijkt het om te gaan.
Verschuivingen
Tijdens het afgelopen EK in Frankrijk was de ingezette tendens duidelijk zien. Waar landenteams weinig tijd hebben om ingespeeld te raken is het makkelijker om niet de bal te hebben en je meer terug te trekken op eigen helft, dan veel de bal te hebben en hiermee teams kapot te spelen. Veel landen waren zich daarvan bewust en gesteund door de rol als underdog konden teams als Wales, IJsland, Italië en Portugal boven zichzelf uitstijgen. Dat het niet hebben van de bal betekent dat je niet aanvallend voetbal kan spelen, logenstrafte Italië dit toernooi regelmatig. Wanneer het de bal veroverde trok het met veel man ten aanval en creëerde het keer op keer één tegen één situaties of zelfs man meer situaties. Het Italië van Conte liet dit toernooi prachtig zien dat het gaat om wat je eenmaal met de bal doet als je deze in je bezit hebt.
In de knock-out fase van het EK werden inclusief de finale in totaal vijftien duels afgewerkt. In slechts vier van deze vijftien duels won het team dat het meeste balbezit had:
- Wales – Noord Ierland (56%-44%)
- Frankrijk – Ierland (67%-33%)
- Duitsland – Slowakije (61%-39%)
- Frankrijk – IJsland (61%-39%)
Uiteindelijk vonden Kroatië (59%), Spanje (59%), Engeland (68%) en Duitsland (68%) allemaal hun Waterloo met een aanzienlijk hoger balbezitpercentage.
De laatste jaren lijkt het hebben van weinig balbezit steeds succesvoller te worden op grote mondiale toernooien. Het Engelse SkySports berekende zelfs dat op het WK 2010 maar drie procent van de duels werd gewonnen waarin een team minder dan 45% balbezit had. Tijdens het afgelopen EK in Frankrijk was dit percentage al opgelopen tot 30%.
Premier League
Ook in Engeland heeft men kennis gemaakt met de verschuivende tendens in het hedendaagse voetbal. Afgelopen seizoen merkte Arsene Wenger al terecht op dat balbezit niet meer loont zoals dat vroeger het geval was. Le Professeur staat bekend om zijn analytisch vermogen en maakt veel gebruik van data. Na de met 1-2 gewonnen wedstrijd tegen Manchester City op 21 december 2015 erkende Wenger dat hij was afgestapt van zijn gebruikelijke tactiek waarin hij Arsenal groots maakte. Na de wedstrijd vertelde hij de pers: “Balbezit wordt niet meer beloond zoals het vroeger was. Dit is het eerste jaar in de Premier League waarin balbezit zo weinig resulteert in een overwinning. Ik blijf bij mijn filosofie, maar ik observeer ook en ik kijk naar de statistieken van iedere wedstrijd op dat moment.” Duidelijke taal van iemand die bekend staat om zijn verzorgde voetbal in balbezit. Toch stipte Arsene Wenger hier een goed punt aan, het lijkt er steeds vaker loont om de bal aan de tegenstander te laten en op de tegenaanval toe te slaan.
Arsenal maakte in het vervolg van de competitie inderdaad nog weinig gebruik van deze tactiek. Er was één team die dit wel deed: Leicester City. The Foxes van coach Claudio Ranieri verbaasde vriend en vijand door zich te kronen tot kampioen van Engeland. Leicester had bijna het laagste balbezitpercentage van alle teams uit de Premier League, maar daar maalde het geen enkele keer om. Sterk nog, The Foxes hadden in maar vier van de 38 duels meer balbezit dan zijn tegenstander. In een seizoen waarin alles op de juiste plek viel voor Leicester waarin de juiste spelers werden aangetrokken, ze het geluk aan hun zijde hadden en er opvallend weinig blessures waren, deed de ploeg ook zeker iets heel erg goed. Wanneer ze de bal veroverden kwamen ze er razendsnel uit en stonden ze vaak met enkele passes al in het vijandelijke doelgebied, counteren op zijn best.
Duits voetbal
In Duitsland malen ze over het algemeen al helemaal niet om het hebben van balbezit. De Bundesliga is bij uitstek de competitie waarin de counters je om de oren vliegen. Toch is er de laatste jaren absoluut wat veranderd in het Duitse voetbal. Bij counteren trok men zich bij balverlies massaal terug op eigen helft en was het wachten op balverlies van de tegenstander om vervolgens er weer snel uit te komen. Er is echter een andere variant, het zogenaamde gegenpressing. Met gegenpressing zak je als team zijnde niet terug op eigen helft, maar zet je bij balverlies de tegenstander direct onder druk om de bal zo snel mogelijk weer terug te veroveren, het liefst diep op de helft van de tegenstander. Het gaat er niet om óf je balbezit hebt, maar vooral waar je balbezit hebt.
We kennen allemaal nog wel de wedstrijd van Ajax tegen Red Bull Salzburg. Een tactisch sterke Duitse trainer, Roger Schmidt had de Oostenrijkse ploeg in korte tijd omgeturnd tot een echte pressingmachine. De Ajacieden kwamen totaal niet aan het voetballen toe doordat de Oostenrijkse ploeg als een stel jonge bloedhonden constant druk hielden. Diezelfde Roger Schmidt werd in het seizoen 2014/15 door Bayer Leverkusen aangesteld als nieuwe hoofdcoach. Schmidt zette zijn filosofie ook hier door en maakte van Bayern Leverkusen één van de meest interessante ploegen van Europa. Het doel van de ploeg van Roger Schmidt was om zo snel mogelijk wanneer de kans zich voordeed ten aanval te trekken en met zo min mogelijk passes het vijandelijke doel onder vuur nemen. Lees ook zeker dit artikel dat Michael Caley schreef over de tactiek van Bayer Leverkusen.
In de Bundesliga werd vorig seizoen 109 keer gescoord uit een counter, dat is beduidend meer dan in de Eredivisie waarin 18 keer middels een counter werd gescoord.
Bayer Leverkusen is zeker niet het enige team in Duitsland dat (gegen)pressing gebruikt. Ook de grootmachten Borussia Dortmund en Bayern München doen het grote delen van een wedstrijd. Waar Jürgen Klopp het introduceerde bij Borussia Dortmund is diens opvolger Thomas Tuchel het aan het perfectioneren. Dortmund en Bayern München combineren gegenpressing echter met relatief veel balbezit, dit om te herstellen van de kracht die het geven van gegenpressing met zich meebrengt.
Er zijn echter ook veel teams die weinig geven om balbezit en regelmatig scoren uit de counter die ontstaat na het veroveren van de bal. Teams als VfB Stuttgart (elf keer) en Mainz 05 (negen keer) waren zeer succesvol in de counter. In totaal werd er in de Bundesliga afgelopen seizoen in totaal 109 keer uit een counter gescoord. De Eredivisie steekt daar toch schril bij af, waar achttien keer middels een counter werd gescoord. Zo lijkt de Bundesliga alweer twee stappen vooruit te zijn: balbezit is zeker niet heilig, balbezit wordt zelfs soms bewust weggegeven om gegenpressing toe te passen.
Atletico Madrid
Het Atletico Madrid van Diego Simeone staat over het algemeen ook niet in het teken van het hebben van balbezit. Atletico Madrid slaagde er afgelopen seizoen in door met gemiddeld 48,7% balbezit derde in de Primera Division te worden, drie punten achter kampioen Barcelona. Ook in de Champions League wist het team van Diego Simeone opzien te baren door Barcelona en Bayern Munchen te elimineren. Diego Simeone slaagt er seizoen op seizoen in om zijn ploeg zoveel verdedigende discipline bij te brengen dat er negentig minuten lang agressief kort en compact verdedigd wordt. Wat opvalt bij Atletico Madrid is dat zij de bal aan de tegenstander gunnen, onder enkele voorwaarden:
- Zorg ervoor dat je tegenstander niet bij je weg kan draaien.
- De passingslijnen richting het middenveld en aanval afsnijden
- Het speelveld zo klein mogelijk houden
De kracht van Atletico Madrid schuilt hem uiteraard in de sterke verdedigende organisatie, maar wat Atletico Madrid zo bijzonder maakt is dat wanneer ze de bal wel hebben ook nog eens uitstekend kunnen voetballen. Dit maakt Atletico Madrid een moeilijk te bespelen tegenstander. Simeone kan met zijn tactiek meerdere kanten op en één ding is zeker: hij hoeft de bal helemaal niet veel te hebben, maar als ze hem hebben kan je er beter maar wat goeds mee doen. In onderstaande video zie je de kracht van Atletico Madrid. Ze staan enorm compact, onderscheppen de inspeelpass van Boateng af en als ze de bal hebben, doen ze er iets fantastisch mee.
De toekomst
Domineren met balbezit is niet langer belangrijk. Het clubvoetbal liet dat al een tijdje zien, de landenteams hebben dit realisme nu ook geadopteerd. Betekent dit de dood voor het dominante voetbal middels balbezit? Dat valt te betwijfelen. Trainers als Guardiola en Wenger zullen hun teams laten spelen naar de visie in balbezit. Hoe ze dit invullen gaat misschien veranderen. Zij zullen zich terug naar de tekentafel begeven en gaan nadenken over nog slimmere tactieken om verdedigend ingestelde teams te ontmantelen. Tot die tijd kunnen we ongetwijfeld genieten van de schoonheid van het counterspel dat Conte, Simeone en Mourino in de Premier League ten tonele gaan brengen.
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel