Sinds de introductie van belofteteams in de Nederlandse professionele voetbalpiramide is hun aanwezigheid nooit onomstreden geweest. Hoewel we inmiddels in het zesde seizoen zijn aanbeland waarin minstens één Jong team op het tweede niveau speelt, blijven de reacties gemengd.
Feyenoord’s technisch directeur Martin van Geel deed onlangs in De Telegraaf een plan uit de doeken om de jeugdteams uit de piramide te halen, terwijl Mark van Bommel en Erik ten Hag juist pleiten voor een uitbreiding van de rechten van de Jong-teams. Aangezien er de afgelopen jaren veel is veranderd, is het tijd om opnieuw de zin en onzin van belofteteams te analyseren.
Conflicterende belangen
Hoewel in het bovenstaande de meningen van Ajax en PSV tegen die van Feyenoord worden afgezet, is het echte contrast: dat tussen de Eredivisie-teams en de teams in lagere competities.
Feyenoord heeft dezelfde belangen als Ajax en PSV, zij verschillen alleen van mening over hoe hun doelen het best bereikt kunnen worden. Eredivisie-clubs in het algemeen hebben andere belangen dan de clubs in de Keuken Kampioen Divisie (of onderliggende niveaus).
De Eredivisie-clubs hebben twee doelen:
- Het bieden van weerstand aan de jeugdspelers die nog niet klaar zijn voor het eerste team
- Mogelijkheden creëren voor spelers die terugkeren van blessures om wedstrijdfit te raken
De ‘lagere’ teams denken daarentegen aan:
- Toeschouwersaantallen
- Competitievervalsing
Deze vier punten nemen we per stuk onder de loep voor de belofteteams die op het tweede niveau uitkomen of zijn uitgekomen. Belofteteams lager in de piramide laten we buiten beschouwing. Daarna, in het tweede deel, kijken we naar buitenlandse competities.
Zowel naar landen waarin beloften/tweede teams wél in de piramide zijn opgenomen, als landen waarin dit niet is gebeurd. Ook in die landen zitten teams namelijk met de kwesties van jeugdontwikkeling en blessures. Het is nuttig om te kijken wat de alternatieven zijn.
Weerstand jeugdspelers
De KNVB zegt: “De belangrijkste reden om beloftenteams in de voetbalpiramide uit te laten komen is het creëren van weerstand. Weerstand is goed voor de ontwikkeling van talentvolle spelers.”
Puur intuïtief lijkt dit te kloppen. Als je het onderste uit de kan moet halen om een resultaat te boeken, dan dwing je jezelf om dingen te doen die niet altijd vanzelfsprekend zijn. Denk hierbij aan uiterste concentratie om een bal zo zuiver mogelijk aan te nemen, communiceren op het moment dat iemand anders je man moet overnemen, of het niet achteloos inspelen van een pass die op een lager niveau toch wel aankomt. Door vaker onder degelijke druk te staan worden die dingen wél vanzelfsprekend en verbeteren spelers.
Echter, krijg je dit voor elkaar door tot de voetbalpiramide toe te treden? Momenteel staat Jong PSV vijfde, Jong Ajax tiende, Jong AZ achttiende, en Jong Utrecht twintigste. Voor de spelers van PSV, Ajax, en AZ gaat het dit seizoen dus sowieso op. Jong Utrecht staat echter laatste.
Stel dat je een team 12-jarigen zou laten deelnemen, worden zij dan beter?
Waarschijnlijk niet.
Het niveauverschil is dan namelijk te groot met de andere teams. Hoe goed de spelers dan ook hun best doen, de resultaten komen dan niet.
Nu lijkt dat bij Jong Utrecht niet het geval. De Domstedelingen staan slechts één punt achter op Helmond Sport. Aan de andere kant werden ze vorig seizoen laatste, en in hun debuutseizoen achttiende. Naast Gyrano Kerk en Nick Venema is er ook weinig doorstroom die toe te schrijven is aan de deelname aan de Eerste Divisie.
Toch was trainer Rene Pronk aan het begin van het seizoen nog zeer te spreken over de deelname: “Voor ons is dit podium ideaal om de jonge spelers alvast in aanraking te laten komen met volwassen voetbal”.
Dit is logisch. Als je het namelijk vergelijkt met het alternatief, een aparte competitie voor Jong teams, dan speelt Jong Utrecht nu namelijk veel meer wedstrijden op hun niveau. De belofteteams in de amateurcompetities zijn hun competities immers niet aan het domineren.
In een beloftecompetitie zou Jong FC Utrecht dus meestal wedstrijden spelen tegen teams van het niveau tweede divisie, derde divisie, of nog lager.
Wedstrijdritme
Het tweede argument is de mogelijkheid voor spelers die terugkeren van een blessure om speelminuten te maken. Dit is een algemeen doel van reserveteams, en het is niet vanzelfsprekend dat deelname aan de voetbalpiramide een terugkeer bij het eerste team (veel) sneller maakt dan een aparte reservecompetitie.
Toch is het belangrijk om dit punt te noemen aangezien het bij de regelgeving een rol speelt. Verderop leggen we uit waarom het meespelen van selectiespelers mogelijk leidt tot competitievervalsing, maar wanneer je dit niet toestaat ontneem je een groep spelers de mogelijkheid om bij een reserveteam minuten te maken.
Dit is de huidige situatie; veldspelers boven de 23 jaar mogen niet meespelen, en bij jongere spelers is het afhankelijk van het aantal wedstrijden dat ze hebben meegespeeld bij het eerste team.
Deze regel is dan ook de aanleiding voor de klacht van Ajax-trainer Ten Hag dat Joël Veltman geen speelminuten kan maken voor zijn herstel van een blessure.
Natuurlijk is er de mogelijkheid tot het organiseren van vriendschappelijke duels. Echter is het lastig om voor één speler een oefenwedstrijd te regelen.
Toeschouwersaantallen
Volgens supporters en bestuurders trekken wedstrijden tegen belofteteams minder toeschouwers en is er minder ambiance. Wanneer een belofteteam thuis speelt is dit onmiskenbaar waar: de reserveteams bungelen onderaan de lijst voor toeschouwersaantallen.
Voor uitwedstrijden is dit echter niet het geval. Vorig seizoen trokken Jong Ajax en Jong PSV juist de meeste toeschouwers in uitduels. Dit seizoen presteren de belofteteams iets minder, maar trekken ze alsnog relatief veel toeschouwers zoals Figuur 1 laat zien.
Figuur 1 geeft niet weer hoeveel van de aanwezige toeschouwers van de uitspelende ploeg zijn. Het is dus goed mogelijk dat er alleen een paar trotse ouders en een leger aan scouts naar de belofteteams komen kijken. Dat neemt niet weg dat zelfs een thuiswedstrijd tegen Jong AZ een extra omzet door kaartverkoop en horeca oplevert.
Sowieso is het een vreemd argument. Gezien het verzet tegen verplichte promotie van het derde niveau staan de clubs bepaald niet te springen om in de Eerste Divisie te spelen. Dus, tenzij de wedstrijden tegen de belofteteams minder geld opleveren dan ze kosten (beveiliging, huur, wedstrijdpremies) hebben de ‘normale’ teams baat bij hun deelname.
Competitievervalsing
Het tweede argument aan de kant van de eerste divisie teams snijdt meer hout. Als een team de ene week acht basisspelers van het eerste kan opstellen, en de andere week acht A-jeugd spelers op hun plaats staan, dan is er sprake van oneerlijke bevoordeling. Natuurlijk kan het ook bij eerste teams voorkomen dat er verloop in de wedstrijdselectie is, maar dit is veel zeldzamer, en meestal noodgedwongen.
Het is goed om hier op te merken dat dit niet direct een probleem is met de belofteteams, maar met de regelgeving waarbinnen zij moeten opereren.
In het huidige seizoen is de eerlijkheid beter gewaarborgd dan voorheen met regelgeving op basis van leeftijd en een limiet aan het aantal keer dat een speler in een speelronde op een wedstrijdformulier kan staan. Ook met de planning van de onderlinge speelrondes voor belofteteams gedurende interlands is er een stap gemaakt.
Tussenconclusie
De huidige situatie is zo slecht nog niet. De sterkste jeugdspelers van het land komen aan competitief voetbal toe, en de Eerste Divisie teams hebben financieel baat bij hun aanwezigheid (de generaliseerbaarheid (?) naar de Tweede Divisie is overigens niet meteen duidelijk).
De regelgeving kan mogelijk nog verbeteren om eerste team spelers wedstrijdritme op te laten doen zonder te zorgen voor meer competitievervalsing, maar de ontwikkeling gaat de goede kant op.
Wat bij deze tussenconclusie echter nog niet is meegenomen zijn de alternatieven voor de huidige situatie. Deze zullen in het volgende deel geanalyseerd worden.
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide commentsIk vind de deelname van de jong teams pure competitievervalsing in de Keukenkampioendivisie. Daarvoor heb ik drie redenen:
Maandag-verschijnsel
In dit artikel uit 2017 (https://sportnieuws.nl/voetbal/binnenland/jong-teams-presteren-op-maandag-beter-dan-op-vrijdag/) kun je lezen dat de jong elftallen op maandagen betere resultaten halen (omdat de bankzitters van het eerste team dan mogen opdraven. Jong PSV behaalt op maandag gemiddeld 1,80 punt per wedstrijd, op vrijdag: 1,17 punt per wedstrijd. Jong FC Utrecht pakt op vrijdag gemiddeld 0,75 punt per wedstrijd en op maandag 1,19. Jong Ajax behaalt 1,62 punt gemiddeld op maandag en 1,48 op vrijdag.
Als je pech hebt tref je als eerste divisieclub, Jong Ajax en Jong PSV op de maandagen en speel je tegen een veel sterkere tegenstander.
Aantal opgestelde spelers
Competitievervalsing blijkt ook het aantal spelers wat de jong elftallen opstellen dit seizoen. Jong Ajax heeft tot nu toe 43 spelers (!) opgesteld (waaronder toch best wel eerste elftalspelers als Dolberg en Eiting). Jong Utrecht 34 en Jong PSV en en Jong AZ 31 spelers. Zoveel spelers hebben de meeste eerste divisieclubs niet.
Ook in de tweede en derde divisie leiden de jong teams tot rare situaties. Jong Volendam wordt waarschijnlijk kampioen van de derde divisie zondag en gaat promoveren naar de tweede divisie. Jong Utrecht degradeert mogelijk van de eerste divisie naar de tweede divisie. Dat zou betekenen dat er vijf jong teams in de tweede divisie gaan spelen. Dat vindt de KNVB niet goed. Het betekent dat er verplicht twee Jong elftallen uit de tweede divisie moeten gaan degraderen. Dat betekent dat naast Jong Almere (17e plek) ook een prima middenmotor als Jong Sparta moet degraderen (11e plek). Het zou me niks verbazen – nu Sparta tot aan de nacompetitie nergens meer om speelt – dat ze jonge KKD-spelers laat meedoen met Jong Sparta zodat die Jong Vitesse kunnen gaan passeren (9e plek). Is dat eerlijk?
Mijn inziens tonen deze voorbeelden aan dat er echt sprake is van competitievervalsing.
Dag Maurice,
Wat betreft het maandag verschijnsel; in het verleden (je stuk komt uit 2017) was er inderdaad een dubieuze situatie. Dit is echter aangepakt met spelerrestricties over hoe vaak een speler op een wedstrijdformulier mag verschijnen. Dit lijkt het probleem te hebben verholpen.
Kasper Dolberg en Carel Eiting hebben bij elkaar 270 minuten voor Jong Ajax gespeeld dit seizoen. 45 minuten van Dolberg, en 225 minuten voor een speler die nog geen 600 minuten in de Eredivisie heeft gespeeld in zijn carriere. Het is niet ideaal, maar het gaat te ver om dit competitievervalsing te noemen.
Het aantal opgestelde spelers is inderdaad afwijkend. Dit heeft minstens twee redenen:
– Tijdens interlandperiodes zijn grote delen van de selectie weg waardoor er andere, jongere spelers moeten worden opgesteld
– Jongere spelers hebben een minder constant niveau. Hierdoor zullen er vaker veranderingen in de pikorde zijn.
Zolang de schommelingen in niveau van de 11 spelers op het veld niet te groot worden, is dit geen probleem.
Enige vreemde situaties lager in de piramide kunnen inderdaad voorkomen, maar je voorbeeld hangt op een paar assumpties. Voor het groepsproces van Sparta is het slecht als ze ineens spelers naar Jong Sparta overhevelen. Niet leuk voor die spelers, slecht voor de resultaten van het eerste team (wat een effect heeft op hoe ze de play-offs in gaan), en dat allemaal omdat Jong Utrecht misschien gaat degraderen? Het is ietwat vergezocht, en niet problematischer dan teams die aan heteind van het seizoen spelers opstellen met een lagere wedstrijdpremie, of die spelers rusten voor de play-offs.
Groet,
Willem
Daarbij komen de jong teams aan zoveel spelers doordat er tijdens de interlanddagen (voor Ajax erg probleemmatisch i.v.m. het afstaan aan O17 t/m O21) gewoon wordt doorgespeeld. Hier hebben KKD teams echter geen voor- of nadeel van, aangezien de Jong teams in de interlandperiode altijd tegen elkaar spelen.