1. Overige

Onderzocht: het schokeffect van de trainerswissel

Trainer zijn van een voetbalclub is één van de meest onzekere banen in de wereld; hoelang krijg je immers de tijd om een team op te bouwen? Accepteren de supporters de manier van voetballen? Maar vooral: hoe wordt er gereageerd wanneer de resultaten tegenvallen? In sommige situaties krijgt de trainer de tijd, maar meestal wordt de samenwerking beëindigd bij een tegenvallende serie en wordt er een opvolger aangesteld. Maar presteren deze opvolgers daadwerkelijk beter dan hun voorganger? In hoeveel gevallen is er sprake van een schokeffect (vijf duels, de ploeg behaald op korte termijn meer punten)? En presteert het team ook beter op de lange termijn (twintig duels)? We vergelijken de trainerswissels van de grote vijf competities, plus de Eredivisie.

Korte termijn

In de laatste vijf seizoenen hebben in totaal 213 trainers uit de zes competities hun koffers mogen pakken wegens slechte resultaten: 21 uit de Eredivisie, 32 uit de Bundesliga, 22 uit de Ligue 1, 39 La Liga-trainers, 32 uit de Premier League en maar liefst 67 uit de Italiaanse Serie A. Gemiddeld haalden deze 213 coaches 3,78 punten in hun laatste vijf duels, wat neerkomt op ongeveer één zege en één gelijkspel. Hun opvolgers doen het gemiddeld beter, met 6,69 punten in hun eerste vijf wedstrijden (twee zeges en één gelijkspel). Over het algemeen wordt er op de korte termijn dus drie punten ‘winst’ geboekt wanneer een trainer wordt ontslagen.

grafiek1
Grafiek 1: Gemiddeld aantal punten in de vijf duels vóór en ná een gedwongen trainerswissel

 
Wat meteen opvalt, is dat het puntengemiddelde in de vijf duels ná een trainerswissel stukken hoger ligt dan het puntengemiddelde ervoor. Op basis van deze globale cijfers, kunnen we dus concluderen dat een trainerswissel op korte termijn succesvol is en het gewenste ‘schokeffect’ teweeg kan brengen. Om een beter oordeel te kunnen vellen, moeten we echter dieper op de cijfers inzoomen: hoeveel procent van alle trainerswissels is succesvol geweest op de korte termijn?
Grafiek 2: percentage succesvolle trainerswissels op de korte termijn
Grafiek 2: Percentage succesvolle trainerswissels op de korte termijn

 
Zoals in de grafiek te zien is, zijn wij Nederlanders meesters in het bepalen wanneer de trainer eruit moet. In ruim 85% van de gevallen haalde de nieuwe trainer méér punten in zijn eerste vijf duels dan de oude trainer in zijn laatste vijf. Gemiddeld is ruim drie op de vier trainerswissels in de gemeten competities succesvol gebleken.
Verder is in de data af te lezen dat trainerswissels in de Serie A (72,73%) en de Primera Division (71,79%) het minst succesvol zijn. Het komt enigszins overeen met het totale beeld dat mensen van beide competities hebben, namelijk dat trainers daar erg snel de laan uit worden gestuurd. Er is dus wel degelijk iets voor te zeggen dat de beleidsbepalers in Italië en Spanje weinig geduld hebben met hun nieuwe leidsman.

Lange termijn

Dat een trainerswissel op de korte termijn succesvol is, is natuurlijk erg mooi: de trainer krijgt meteen het steuntje in de rug van het publiek, de spelers strijden weer en het bestuur is tevreden. In het voetbal draait het echter niet enkel om de korte termijn. Het publiek wil immers prijzen zien, de spelers willen punten pakken en het bestuur wil zo hoog mogelijk eindigen. Over het algemeen wordt ‘de lange termijn’ dus als een belangrijk facet beschouwd in de voetballerij.

Grafiek 3: gemiddeld aantal punten in de twintig duels vóór en ná een gedwongen trainerswissel
Grafiek 3: Gemiddeld aantal punten in de twintig duels vóór en ná een gedwongen trainerswissel

 
Zoals in de bovenstaande grafiek te zien is, doen we het in Nederland ook op de lange termijn uitstekend na een trainerswissel: met bijna 29 punten in de eerste twintig duels, boekt een ploeg maar liefst zes punten winst, vergeleken met de laatste twintig duels van vóór de trainerswissel. Een beetje voetbalkenner weet dan meteen dat dit neerkomt op een verschil van twee zeges!
Gemiddeld genomen worden er ook op de lange termijn meer winstpunten geboekt: de 21,43 punten van vóór de trainerswissel worden verbeterd naar 25,14 punten, een winstaantal van vier punten. Toch niet verkeerd, zou je zeggen…
Grafiek 4: Percentage succesvolle trainerswissels op de lange termijn
Grafiek 4: Percentage succesvolle trainerswissels op de lange termijn

 
Wie zich de percentages in grafiek 2 (percentage succesvolle trainerswissels op de korte termijn) nog kan herinneren, ziet meteen dat de percentages op de lange termijn stukken lager zijn. Gemiddeld zijn nu niet meer drie van de vier trainerswissels succesvol, maar ongeveer vijf op de acht.
De Bundesliga valt een beetje uit de toom, vergeleken met de overige vijf competities: slechts twee van de vier trainerswisselingen zijn hier succesvol gebleken op de lange termijn. Procentueel gezien doen de Eredivisie en de Ligue 1 het opnieuw goed: het zijn de enige twee competities waarin meer dan 70% van de trainerswissels succesvol is op de lange termijn. Maar kunnen we dan ook daadwerkelijk zeggen dat trainerswissels op de lange termijn succesvol zijn?

Het langetermijnprobleem

Wanneer we dieper naar de langetermijnresultaten kijken, zien we namelijk iets merkwaardigs: daar waar nieuwe trainers op de korte termijn drie punten ‘winnen’, is dit op de lange termijn, twintig duels dus, opgelopen naar vier punten. Een kleine rekensom leert dat de nieuwe trainer in zijn zesde tot en met zijn twintigste duel slechts één punt méér pakt dan zijn voorganger. Op basis van deze statistiek kunnen we aannemen dat een trainerswissel op de lange termijn geen enkel effect heeft, gezien het kostenplaatje en het ene enkele winstpunt dat gemiddeld geboekt wordt.

Tabel 1: boeken de competities daadwerkelijk zoveel ‘langetermijnwinst’ als dat ze denken?
Tabel 1: boeken de competities daadwerkelijk zoveel ‘langetermijnwinst’ als dat ze denken?

 
Zoals te zien is in Tabel 1, zijn onze eigen Eredivisie en de Ligue 1 de enige twee competities die enigszins aanvaardbare resultaten voor kunnen leggen. Een nieuwe trainer boekt er op de langetermijn gemiddeld nog 3,10 en 2,22 extra winstpunten. In de Bundesliga maken ze het helemaal bont: daar blijkt de oude trainer in de meeste laatste duels gemiddeld méér punten te halen dan de nieuwe trainer in zijn meeste eerste duels. Een Duitse trainerswissel blijkt dus helemaal niet zo succesvol als het doet vermoeden…

Conclusie

 In de Eredivisie is het voetbal meestal niet iets om over naar huis te schrijven, maar een schokeffect teweeg brengen kunnen we als de beste: gemiddeld boeken nieuwe trainers in hun eerste vijf duels 3,62 punten meer dan de oude trainer in zijn laatste vijf duels. Ook op de lange termijn doen we het goed, met gemiddeld 6,72 ‘winstpunten’. Met deze twee aantallen blijven we de Europese topcompetities ver voor.
Dat de beleidsbepalers van voetbalverenigingen echter kortetermijndenkers zijn, is een conclusie die we nu toch wel kunnen trekken. Op de korte termijn boeken voetbalverenigingen gemiddeld 2,90 punten winst, terwijl dit op de lange termijn 3,72 punten is. In duel nummer zes tot en met duel nummer twintig leveren trainerswissels dus gemiddeld slechts 0,81 punten winst op, een aantal dat nou niet bepaald de moeite waard is om zoveel geld en tijd in te steken. Dus, bestuursleden: toch nog maar een keertje nadenken wanneer de trainer op straat gezet wordt?
 

5/5 - (1 stemmen)
Er zijn reacties op dit artikel
Laat reacties zien Hide comments
Comments to: Onderzocht: het schokeffect van de trainerswissel
  • 14 april 2014

    Als je nagaat dat een trainer vaak ontslagen wordt na een serie slechte resultaten, en daarbij in acht neemt dat sportresultaten nu eenmaal fluctueren is het natuurlijk niet vreemd dat de vijf wedstrijden na een trainerswissel succesvoller zijn dan de vijf ervoor.. Een soort omgekeerde Sport Illustrated Cover Jinx dit!
    http://en.wikipedia.org/wiki/Sports_Illustrated_cover_jinx

    Reageer
    • 15 april 2014

      Beste Pim,
      Allereerst dank voor je reactie! Dat een nieuwe trainer op de korte termijn meer punten pakt, is inderdaad logisch. Alleen: wat ik met mijn artikel wilde aangeven, is dat het juist op de lange termijn geen enkele zin heeft om de coach de laan uit te sturen. Gemiddeld genomen pakken de oude trainers in hun laatste twintig duels slechts vier punten minder dan de nieuwe trainers in hun eerste twintig duels. Tel daarbij op dat het verschil op de korte termijn (laatste vijf, eerste vijf) al drie was, dan kan je je sterk afvragen in hoeverre het zin heeft om een trinerr te ontslaan 😉

      Reageer
  • 6 mei 2014

    Interessant artikel. Er is ook genoeg wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, hieronder bijvoorbeeld een interessant artikel vanuit Nederland:
    http://ebr.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/2003/Econometric/4021.pdf
    Maar ook artikelen uit andere landen zijn er voldoende:
    http://mpra.ub.uni-muenchen.de/11030/1/MPRA_paper_11030.pdf

    Reageer
  • 5 december 2015

    Hoi,
    Ik was eigenlijk benieuwd waar je deze data vandaan haalt en of je deze eventueel nog in je bezit heb. Ben eigenlijk wel benieuwd naar dit onderwerp.
    Mvg,
    Bram

    Reageer

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *