‘Kampioen worden? Dat doe je tegen de kleintjes!’ Althans, als we de Nederlandse voetbalkenners mogen geloven. Zo liep Ajax bijvoorbeeld vorig seizoen bijna de landstitel mis na onnodig puntenverlies tegen RKC Waalwijk, NAC Breda en NEC. Maar wat is er waar van deze uitspraak? Zijn de resultaten tegen de kleintjes inderdaad doorslaggevend voor de beslissing van het landskampioenschap? Wij zochten het uit.
Om de invloed van de kleintjes te bepalen, is de Eredivisie per seizoen opgedeeld in drie groepen: de titelkandidaten (nummers één tot en met zes), de middenmoot (nummers zeven tot en met twaalf) en de ‘kleintjes’ (nummers dertien tot en met achttien). Vervolgens is er gekeken naar het aantal behaalde punten van de titelkandidaten én het aantal behaalde punten van de titelkandidaten wanneer deze alle duels tegen de kleintjes hadden gewonnen.
Een voorbeeld: in het seizoen 2013/14 haalde Ajax in totaal 28 punten tegen de zes laagst geklasseerde elftallen in de Eredivisie. Wanneer het de twaalf duels tegen deze elftallen had gewonnen, had het 36 punten behaald, wat dus leert dat Ajax onderweg naar de landstitel acht punten is verloren tegen de ‘kleintjes’. Volgens de oude eindstand had Ajax 71 punten, wat dus inhoudt dat de club in de nieuwe eindstand 79 punten heeft: de oude 71 plus de ‘verloren’ acht punten. Op deze manier is een nieuw puntenaantal berekend voor de zes hoogst genoteerde elftallen.
In tabel 1 is een overzicht te zien van de kampioen in de normale eindstand (tweede kolom) en de kampioen in de aangepaste eindstand (derde kolom). In vijf van de vijftien gevallen kende de Eredivisie dus een andere kampioen wanneer de topclubs ál hun duels tegen de kleintjes gewonnen hadden.
In het afgelopen seizoen behaalde Ajax de landstitel met een voorsprong van vier punten verschil tegen Feyenoord. En wat blijkt? Deze vier punten had Feyenoord laten liggen tegen teams die een topclub normaal gesproken moet kunnen verslaan. Op basis van de nieuwe eindstand zouden zowel Ajax als Feyenoord op 79 punten uitkomen, waardoor het doelsaldo dus de doorslag zou moeten geven. Ditzelfde doelsaldo was van doorslag in 2010/11. Echter, omdat kampioen Ajax in de aangepaste stand niet meer de meeste punten had, zou de competitie in ieder geval een andere kampioen hebben gehad.
Wanneer we dieper inzoomen op de cijfers, zien we iets opvallends: de vijf gevallen met een nieuwe kampioen, plus de situatie tussen Ajax en Feyenoord, vonden allen plaats in de laatste acht seizoenen. In slechts twee van de acht situaties hebben de kleintjes dus níét de doorslag gegeven voor de landstitel!
In grafiek 1 is een verklaring te vinden waarom in de eerste zeven seizoenen de kampioen steeds dezelfde was: het verschil tussen de nummers één en twee was namelijk vele malen groter dan in de laatste seizoenen.
Over het algemeen kunnen we dus zeggen dat bij een puntenverschil van vier of minder, het resultaat tegen de kleintjes de doorslag heeft gegeven voor de titel. Alleen het seizoen 2012/13 (zeven punten en andere kampioen) en het seizoen 2002/03 (één punt en zelfde kampioen) vormen een uitzondering op deze situatie. Wanneer het verschil groter dan vijf punten is, is het niet mogelijk om te zeggen dat een titel specifiek tegen de kleinere elftallen is gepakt.
Verschil tussen de topclubs
Wanneer we kijken naar het aantal behaalde punten tegen de lagere elftallen, zien we dat de kampioen in maar liefst twaalf van de vijftien situaties de meeste punten had. Alleen in 2011/12, 2000/01 en 2001/02 pakte een ander team dan de kampioen de meeste punten tegen mindere elftallen (zie tabel 2).
Deze cijfers hebben uiteraard ook zijn uitwerking in de eindstand van de competitie. Wanneer we twee staafdiagrammen maken voor het oude en nieuwe verschil tussen de nummers één en twee en de nummers twee en drie, zien we dat het verschil tussen deze drie kleiner wordt wanneer de eindstand aangepast wordt. In mensentaal: de kleine teams hebben wel degelijk invloed in het verschil in punten tussen de top-drie.
Conclusie
Kijkend naar de cijfers kan dus de conclusie getrokken worden dat de kleintjes een grote invloed hebben in de beslissing van de titelstrijd: in de laatste acht jaar kende de Eredivisie vijf kampioenen die de titel tegen de kleintjes pakten en de verschillen in de top zouden kleiner zijn wanneer de topclubs al hun duels tegen mindere teams wonnen. Over het algemeen mag gezegd worden dat de resultaten tegen de kleinere elftallen van levensbelang zijn, wanneer de nummer één met maximaal vier punten verschil kampioen is geworden. Gezien de nivellering van de Eredivisie is de conclusie dat je kampioen wordt tegen de kleintjes dus meer dan terecht!
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel