Meer en meer worden er talenten van buitenlandse topclubs gehuurd door Eredivisieclubs. Hoe was dit in het verleden en betekent dit dan ook dat er minder gehuurd wordt van Nederlandse topclubs? En wat betekent dit voor de ontwikkeling van de aanwezige spelers?

Situatie in het verleden

Gekeken naar het seizoen 2002/2003, speelde Gerard Wiekens nog bij Manchester City en was er nog geen sprake van de City Football Group (netwerk van clubs waarmee Manchester City een samenwerkingsverband heeft, verderop in dit artikel meer hierover). Chelsea zou een jaar later overgenomen worden door Roman Abramovitsj en had nog niet de grote selectie die het nu heeft.
Het aantal huurlingen van buitenlandse topclubs was beperkt: De Graafschap huurde dat seizoen twee spelers van Anderlecht (Nicolaj en Karaca) en RBC Roosendaal huurde Sillah van Club Brugge. Wel werd er volop gehuurd bij Nederlandse topclubs:

Gehuurde spelers eredivisie tabel 1
Tabel 1: gehuurde spelers van Nederlandse topclubs 02/03 u23 jaar

Elk van de drie traditionele topclubs had dat seizoen minstens drie spelers verhuurd, een aantal van hen had deze tussenstap nodig om later een mooie internationale carrière uit te bouwen (Klaas-Jan Huntelaar, Michel Bastos).
Zeven seizoenen later (2009/2010) werd er slechts één spelers gehuurd van FC Porto door VVV Venlo (Diogo Viana). Feyenoord had in die periode een samenwerkingsverband met Excelsior en verhuurde liefst veertien(!) spelers aan deze club, waaronder Kamohelo Mokotjo en Miquel Nelom. Wat betreft de verhuurde spelers door Ajax en PSV, komen we tot het volgende overzicht (Excelsior speelde in de Jupiler League, dus de door Feyenoord verhuurde spelers komen in dit overzicht niet voor):
Gehuurde spelers eredivisie tabel 2
Tabel 2: gehuurde spelers van Nederlandse topclubs 09/10 u23 jaar

Opvallend dat Ajax liefst vijf spelers verhuurde binnen de Eredivisie en ook hier zien we weer een speler (Daley Blind) die een internationale carrière zou gaan uitbouwen.

Huurprogramma´s

Zo´n 10 jaar geleden veranderde de (ver)huurmarkt drastisch. Manchester City (City Football Group) en Chelsea begonnen met een nieuw verdienmodel: Jonge talenten van over de hele wereld worden relatief goedkoop overgenomen en vervolgens worden ze ondergebracht bij kleinere clubs in de hoop dat hun transferwaarde stijgt: de zogenaamde huurprogramma’s. Het is een aparte tak naast het eerste elftal en de jeugdopleiding.
Topclubs als Chelsea, Manchester City, Arsenal, Manchester United en Juventus scouten intensief tussen de leeftijd van 16 tot 21 jaar. Dit maakt dat veel grote talenten voor het huurlingen-netwerk kiezen waarmee de Nederlandse clubs, die van hun scouting en jeugdopleiding een speerpunt maken, buitenspel worden gezet. Zo werden o.a. Jeffrey Bruma, Karim Rekik, Marco van Ginkel, Nathan Aké en Timothy Fosu-Mensah aangetrokken om later in het verhuur-circuit terecht te komen.
Meest opvallende fenomeen is de City Football Group (CFG), het bedrijf achter de voetbalclub Manchester City. Een multinational met tal van vertakkingen, gefinancierd vanuit de Verenigde Arabische Emiraten. Een manier die nooit eerder in de voetbalgeschiedenis is vertoond. Het beheert direct en indirect 267 voetballers, van wie er bijna 100 op de loonlijst staan bij Manchester City zelf.

City Football Group (CFG) beheert direct en indirect 267 voetballers, van wie er bijna 100 op de loonlijst staan bij Manchester City zelf.

De recente situatie rond Philippe Sandler is exemplarisch: sterk spelend bij PEC Zwolle en de belangstelling wekkend van AZ en PSV. John van ´t Schip, voorheen werkzaam bij Melbourne City (deel van CFG) tipt Manchester City over deze talentvolle speler en City troeft de Nederlandse clubs af, waarna Sandler in het huurprogramma van CFG verdwijnt.
Een ander voorbeeld is de komst van de Mexicaan Ariel Antuna bij FC Groningen. FC Groningen was geïnteresseerd, maar City Football Group (CFG) toonde belangstelling. Het resultaat: Manchester City kocht de speler en Groningen mag hem twee jaar huren om hem in de etalage te zetten.
Daarbij bedongen de Groningers een doorverkooppercentage. Wordt Antuna straks verkocht, dan profiteert FC Groningen mee. CFG creëert op deze manier een win-win-situatie en een stimulans voor de clubs om de speler optimaal te ontwikkelen.

Huidige situatie

Wanneer we kijken naar bij buitenlandse topclubs gehuurde spelers tot 23 jaar oud in het huidige seizoen, komen we tot het volgende overzicht:

Gehuurde spelers eredivisie tabel 3
Tabel 3: gehuurde spelers van buitenlandse topclubs u23 jaar

Een drastische wijziging dus met de voorgaande jaren: het is duidelijk dat buitenlandse topclubs de weg hebben gevonden m.b.t. het verhuren en laten ontwikkelen van jonge spelers in de Eredivisie.
Bekend zijn de samenwerkingsverbanden van NAC Breda met Manchester City en van Vitesse met Chelsea. Vraag is alleen of deze spelers zorgen voor een meerwaarde bij de betreffende clubs en eigen spelers kansen ontnemen.

Bij Vitesse kunnen we stellen dat Matt Miazga en Mason Mount een absolute meerwaarde zijn.

Bij Vitesse kunnen we stellen dat Matt Miazga en Mason Mount een absolute meerwaarde zijn. Maar ook dat Vitesse genoeg centrale verdedigers heeft (Arnold Kruijswijk, Maikel van der Werff, Thomas Oude Kotte) die de plek van Miazga zouden kunnen innemen.
Daarnaast is Mount een speler die ontegenzeggelijk mooie dingen laat zien, maar ook de plaats inneemt van Navarone Foor en dat een beloftevolle speler als Mohammed Osman bij gebrek aan perspectief is vertrokken. Als alternatief voor Fankaty Dabo heeft Vitesse een beloftevolle jeugdinternational (Julian Lelieveld) die nu zijn wedstrijden speelt bij de beloften en stilstaat in zijn ontwikkeling.
Natuurlijk zorgt meer concurrentie ervoor dat de beste spelers boven komen drijven, maar voor de lange termijn is het verstandiger voor spelers te kiezen die contractueel vastliggen, in plaats van spelers die zich ontwikkelen, maar volgend seizoen weer vertrokken zijn.
In het geval van NAC Breda kunnen we stellen dat Manu Garcia en Angelino een meerwaarde zijn, maar het grote aantal huurlingen zorgt ervoor dat er erg weinig waarde op het veld staat.
Daarnaast is het bij veel jonge huurlingen (19 tot 21 jaar) belangrijk een ervaren kern van spelers te hebben voor een goede balans en hiërarchie. Hier wringt de schoen bij NAC Breda, aangezien de meest ervaren veldspeler die in de basis stond de eerste seizoenshelft, slecht 24 jaar oud is (Pablo Mari).
Bij het rendement van het technisch beleid van NAC Breda kunnen dus ernstige vraagtekens gezet worden, zeker als in ogenschouw genomen wordt hoeveel beter VVV-Venlo en Excelsior presteren met een kleiner budget en een meer ervaren, uitgebalanceerde en overwegend Nederlandse spelersgroep.
Wanneer gekeken wordt naar de gehuurde spelers bij Nederlandse topclubs, komen we tot het onderstaande overzicht:

Gehuurde spelers eredivisie tabel 4
Tabel 4: gehuurde spelers van Nederlandse topclubs u23 jaar

Dit aantal is dus een stuk kleiner als het aantal huurlingen van buitenlandse topclubs en een kleiner aantal als we in het verleden zagen. Gevoelsmatig zijn deze talenten ook van een lager niveau dan veel talenten die nu bij topclubs niet aan spelen toe komen in het eerste elftal.
Als we een overzicht maken van spelers bij Nederlandse topclubs die niet in het eerste elftal staan en genoeg niveau hebben voor de middenmoot of onderkant van de Eredivisie, komen we tot dit overzicht:
Gehuurde spelers eredivisie tabel 5
Tabel 5: potentiële huurspelers van Nederlandse topclubs 17/18 u23 jaar

Een flink aantal spelers die een kwaliteitsimpuls zouden kunnen geven aan de Eredivisie en zichzelf zouden kunnen ontwikkelen op een hoger niveau dan nu het geval is (Jupiler League of beloftencompetitie).
Waarom worden deze spelers niet gehuurd door Nederlandse eredivisieclubs of verhuurd door Nederlandse topclubs? Eredivisieclubs hebben regelmatig interesse in deze spelers, maar topclubs houden deze spelers vaak liever in hun selectie om bij de beloften in de Jupiler League te spelen en als back up voor het eerste elftal.
Zo had Sam Lammers afgelopen transferwindow de mogelijkheid gehuurd te worden door Sparta en NAC Breda, maar koos PSV ervoor hem bij de selectie te houden als back up voor Luuk de Jong.
Hetzelfde geldt voor Albert Gudmundsson die al lange tijd uitblinkt bij de beloften en zelf aangeeft een tussenstap nodig te hebben. Of Kenneth Paal die idealiter bij een andere club ervaring op zou kunnen doen op zijn nieuwe positie als linksback. Of wat de denken van Kaj Sierhuis bij Ajax, talentvolle centrumspits maar bij de beloften van Ajax achter Mateo Cassiera plaatsnemend in de hiërarchie?

Conclusies en aanbevelingen

Er is veel aversie tegen de huurprogramma´s van Europese topclubs, maar zo lang er geen regels komen voor het maximum aantal contractspelers per club, zullen deze clubs hiermee doorgaan.
Nederlandse clubs zorgen er daarnaast zelf voor dat deze constructies in stand worden gehouden door deze spelers te huren. Clubs kiezen voor de makkelijke weg: de huurspelers zijn nagenoeg gratis en als ze niet bevallen zijn ze ook snel weer teruggestuurd.
Daarnaast zorgen Nederlandse topclubs door hun defensieve verhuurbeleid ervoor dat talenten, die nog tekort komen voor het eerste elftal maar de beloften ontgroeid zijn, zich niet verder ontwikkelen in de Eredivisie.
Het zou voor het Nederlandse voetbal goed zijn als Nederlandse clubs elkaar vinden op de huur- en verhuurmarkt d.m.v. voor beide clubs gunstige constructies (deel van loon betalen door topclubs, doorverkooppercentage) om de aanwezige talenten zich optimaal te laten ontwikkelen.

4.2/5 - (5 stemmen)
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel
Comments to: Opinie: blokkeren huurlingen van buitenlandse topclubs onze eigen talenten?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *