VI speler van het jaar, het AD spelers klassement, het Telesport elftal van de week. Allemaal bedoeld om te laten zien hoe spelers presteren. Uit dit nieuwe onderzoek blijkt echter dat meningen van journalisten slechts voor een gedeelte een afspiegeling zijn van de werkelijke prestaties. Is er sprake van ware scorebordjournalistiek?

Scorebordjournalistiek

Spelers die een bal tegen de binnenkant, in plaats van tegen de buitenkant, van de paal schieten worden minder vaak gewisseld en krijgen hogere cijfers van journalisten.
Deze spelers spelen dus precies hetzelfde, het enige verschil is het feit dat een van de twee de bal tegen de binnenkant en de andere tegen de buitenkant van de paal schiet.
Hier lijkt wat vreemds aan de hand. Ondanks dat het verschil in prestaties letterlijk centimeterwerk is, heeft het grote invloed op beoordelingen van trainers,journalisten en óók zeker fans.
elftalvandeweek_speelronde1 Eredivsie

Verband tussen doelsaldo en rapportcijfer

Om meer te weten te komen over rapportcijfers in Nederland hebben we de rapportcijfers van VI en het AD van vijf verschillende speelrondes verzameld waar we hopelijk interessante kennis uit kunnen halen.
Het eerste wat meteen opviel was het verband tussen het doelsaldo en het rapportcijfer.

doelsaldo vs cijfer
Er is duidelijk een verband tussen het doelsaldo en het gegeven rapportcijfer

Er is duidelijk sprake van een verband tussen het doelsaldo en het rapportcijfer: Hoe hoger het doelsaldo, hoe hoger ook het rapportcijfer.
Op zich lijkt dat logisch…
Hoe hoger het doelsaldo, hoe beter de ploeg heeft gespeeld (over het algemeen), dus is het toch logisch dat dit team een hoger rapportcijfer krijgt?
Maar klopt dit wel?
David Sumpter, schrijver van het boek Soccermatics beargumenteert (1) van niet: “Over het algemeen is de uitslag van één voetbalwedstrijd bijna evenveel toeval dan dat het iets over de wedstrijd zegt.”
Doordat doelpunten in één enkele wedstrijd zeldzaam zijn, zegt de uitslag erg weinig over de verhoudingen tussen de teams.
Er zomaar van uitgaan dat het doelsaldo ook iets zegt over de wedstrijd is een slecht idee. Doelpunten in enkele wedstrijden zijn als wat biologen een ‘sleutelsoort‘ noemen of economen de ‘80-20 regel‘.
Iets wat een kleine rol speelt in de wedstrijd, een blunder van de keeper bijvoorbeeld, heeft een onevenredig grote invloed op het rapportcijfer.
Rapportcijfers zijn zo voorspelbaar dat zelfs een simpele formule op basis van één enkele variabele, het doelsaldo, nauwkeurig kan voorspellen wat een journalist als rapportcijfer geeft:
cijfers vi en eigen voorspelling
De formule die hier is gebruikt: Doelsaldo= 3.1963xRapportcijfer- 18,922. Deze formule is gebaseerd op vijf speelrondes van VI (zie eerste grafiek) en is getest op een onafhankelijke speelronde die niet is gebruikt bij het formuleren van de formule.

Dus zonder ook maar iets van de wedstrijd gezien te hebben, behalve het doelsaldo, kan deze formule nauwkeurig voorspellen wat voor cijfer een professionele journalist zou geven.
Er is geen enkele andere statistiek die zo’n hoog verband heeft met de rapportcijfers:

Is er dan echt sprake van Scorebordjournalistiek

Doordat journalisten bij hun beoordeling buitenproportioneel veel waarde hechten aan goals, leidt een rapportcijfer vaak tot een onjuiste weerspiegeling van wat er op het veld is gebeurt.
Dit was ook de conclusie die Co Adriaanse trok na de wedstrijd AZ-Roda(1-5) . Hij gaf na afloop van de wedstrijd aan dat volgens hem de journalisten te veel aandacht schonken aan de uitslag en te weinig aan het onderliggende spel, wat volgens hem helemaal niet zo slecht was als de uitslag deed lijken.
Hiermee bracht hij het fenomeen scorebordjournalistiek in leven, de Nederlandse encyclopedie geeft de volgende definitie; “Ongenuanceerde vorm van sportjournalistiek, waarbij alleen naar de uiteindelijke (hoge) uitslag wordt gekeken en niet naar het vertoonde spel en de feitelijke krachtsverhoudingen tijdens de wedstrijd.”

Wat is er mis met scorebordjournalistiek?

Doelpunten zijn het belangrijkste onderdeel van de sport, het is dan ook belangrijk om doelpunten een zware weging te geven in de beoordeling van spelers en teams.
Doelpunten zijn echter ook voor een behoorlijk gedeelte toeval, een bal die tegen de binnen- of buitenkant van de paal komt zou geen effect moeten hebben op hoe wij spelers/teams beoordelen.
Teams beoordelen op basis van doelpunten zorgt voor een vertekend beeld van de werkelijkheid.
Teams die namelijk goed spelen maar weinig scoren (bijvoorbeeld door een bal die net tegen de buitenkant van de paal komt) worden benadeeld en andersom natuurlijk ook.
Teams die geluk hebben worden beloond en teams die pech hebben worden benadeeld.
Zoals Co Adriaanse al zei in zijn bekende ‘scorebordjournalistiek interview’: “Voetbal is een spelletje waarbij niet altijd de beste wint.:
Als doelpunten de enige bron zijn waar we teams op zouden moeten beoordelen, zouden we net zo goed de rapportcijfers door een de simpele formule, die we eerder gebruikten, laten doen.
Het is juist het werk van journalisten om de lezer een zo goed mogelijk beeld van de werkelijkheid te laten zien.

“Voetbal is een spelletje waarbij niet altijd de beste wint” – Co Adriaanse

Hoe onstaat Scorebordjournalistiek?

Er zijn verschillende antwoorden op deze vraag.
Eentje komt van wetenschapper Luca Pappalardo. Hij onderzocht de rapportcijfers gegeven door Italiaanse sportjournalisten.
De belangrijkste conclusie uit het onderzoek van Pappalardo is dat journalisten maar op een beperkt aantal factoren kunnen letten tijdens het beoordelen van een speler.
Veruit de meeste gebeurtenissen in een wedstrijd worden niet of nauwelijks meegenomen bij de beoordeling.
Je kunt je voorstellen dat tijdens het kijken van een voetbalwedstrijd het onmogelijk is om alles te zien wat er op het veld gebeurt.
Daarom filteren journalisten (onbewust) de dingen die zij belangrijk achten eruit.
Dit heeft als gevolg dat factoren die opvallend zijn, zoals goals, reddingen, tackles enzovoort, meer invloed hebben op hoe journalisten de spelers beoordelen dan factoren die minder makkelijk te zien zijn.

Outcome bias

Wat ook mee speelt is wat psychologen ‘outcome bias‘ noemen, de neiging om een conclusie te baseren op een uitkomst in plaats van op de beschikbare feiten.
Mensen proberen van nature samenhang in de wereld om hun heen te vinden, we gaan op zoek naar patronen om een uitkomst te kunnen verklaren.
Voor mensen is het moeilijk om te begrijpen dat toeval ook een rol van betekenis speelt in dit soort situaties. En dat de uitslag dus niet gelijk is aan het onderliggende spel.
“Geluk dwing je af!” is een lievelingsuitspraak van voetbalanalisten en fans.
Deze uitspraak doet het lijken alsof geluk totaal geen rol speelt in voetbal en dat we alles kunnen verklaren.
Omdat de uitslag na een wedstrijd bekent is, is het onmogelijk om een andere werkelijkheid te zien waarin de bal niet tegen de binnen- maar tegen de buitenkant van de paal kwam.

Gevolgen van scorebordjournalistiek

Scorebordjournalistiek beperkt zich niet alleen tot journalisten die rapportcijfers geven, iedereen die voetbal kijkt, heeft last van een bepaalde hoeveelheid scorebordjournalistiek.
Met alle gevolgen van dien.
Scorebordjournalistiek zorgt voor een scheiding tussen de werkelijkheid en de ervaring van supporters, journalisten en uiteindelijk ook van managers, spelers en trainers.
Als gevolg hiervan krijgt de toeschouwer, journalist of trainer het beeld dat de ploeg die wint bijna altijd de terechte winnaar was.
De naam zegt het al: het scorebord zegt genoeg en wat er voor de rest is gebeurd doet er niet toe. Dit maakt ons erg gevoelig voor trends, positief en negatief.
Een goede reeks prestaties schrijven we niet toe aan toeval.
Nee, dat is de nieuwe tactiek of de nieuwe trainer. Wanneer een verdedigend spelend team succes heeft, is iedereen er plotseling van overtuigd dat verdedigend spelen de manier is om succes te behalen.
Dit zorgt echter voor een probleem als we de verkeerde signalen halen uit deze trends. Want wat nou als deze trend niet het gevolg was van de nieuwe revolutionaire tactiek, maar dat het simpelweg willekeurige variatie was.
Over een korte termijn is deze trend vaak geen goede reden om je beleid aan te passen. Bovendien zorgt het onderschatten van toeval voor een hogere prestatiedruk, wanneer een beginnende trainer begint met een aantal moeizame wedstrijden is het moeilijk om een genuanceerd oordeel te maken.
Stel: als beginnende trainer start je met drie lastige wedstrijden, je verliest alle deze wedstrijden nipt. De media zal deze nuances niet meenemen in hun beoordeling en zullen een ‘afschuwelijke start’constateren.
Voor de media maar vooral ook binnen de club is het erg belangrijk om onderscheid te maken tussen slechte resultaten op basis van onderliggende prestaties (signaal) en slechte prestaties door toeval (ruis).
Maar zoals we zullen zien hebben veel clubs, waarbij het vaak om miljoenen euro’s gaat, moeite om geduld te bewaren wanneer resultaten tegenvallen.
Een extra bijkomend nadeel is voor de voetbalspelers zelf, wanneer ze goed ‘presteren’ worden ze de hemel in geprezen en wanneer hun prestaties tegenvallen zijn ze ineens koekenbakkers.
Net als voetbalteams is het voor voetballers belangrijk om onderscheid te maken tussen tegenvallende prestaties op basis van onderliggende problemen en tegenvallende prestaties door willekeurige variatie.
Dit interview (0:00-1:40) met Zlatan Ibrahimovic is een goed voorbeeld van een speler die het verschil ziet tussen deze twee.
Het scorebord geeft aan dat hij heeft verloren (laatste tijd weinig gescoord), hij kan hier op twee manieren op reageren.
1. Hij besluit om zich aan te passen, en te kijken of een andere aanpak tot meer doelpunten kan leiden. Het scorebord liegt immers niet.

2. Hij gebruikt onderliggende statistieken als hulpmiddel om de ruis en het signaal uit het scorebord te scheiden. En besluit dan of het nodig is om een aanpassing te maken(in dit geval niet).
Ibrahimovic kiest verstandig voor de laatste.

“I was a bit unlucky in the past few games, but as long as I keep playing this way, the goals will come.” – Zlatan Ibrahimovic

Niet alleen scorebordjournalistiek, maar ook scorebordmanagement.

Scorebordjournalistiek beperkt zich niet alleen tot de journalistiek, bij voetbalclubs zie je veel symptomen van scorebordmanagement.
Deze manier van denken zorgt in leidinggevende posities echter voor veel meer schade.
Voor clubs is het nog belangrijker om niet alleen te kijken naar de resultaten, maar ook naar de onderliggende prestaties.
Om een voorbeeld te geven: FC Twente besloot na acht wedstrijden hoofdtrainer Rene Hake te ontslaan. Toen Jan van Halst werd gevraagd hoe deze beslissing tot stand was gekomen was zijn antwoord: ‘acht wedstrijden, zes punten’.
Rene Hake was dus ontslagen op basis van slechte resultaten, de vraag is of deze resultaten voortkwamen uit slecht spel van FC Twente. Dit zou een geschikte reden zijn om een trainer te ontslaan.
Of kwam het omdat de ploeg van Rene Hake een beetje pech had?
Als we kijken naar de onderliggende statistieken was het spel van FC Twente helemaal niet zo slecht als de resultaten doen lijken.
Van de zes nederlagen, verloor FC Twente vier wedstrijden met één goal verschil, zoals we eerder in het artikel zagen zijn nederlagen met zo’n kleine marge geen reden om van beleid te veranderen.
Het ontslaan van Hake was dus een slechte beslissing, ongeacht wat de opvolger van Rene Hake zou doen (niet erg goed).
Het ontslaan van een trainer is over het algemeen ontzettend duur, als bestuur zou je er dus goed aan doen om niet alleen naar de resultaten te kijken maar ook naar het onderliggende proces.
Een goed proces kan tot slechte resultaten leiden en ook een slecht proces kan tot goede resultaten leiden.

Hoe kunnen we de scorebordjournalistiek verminderen?

Zoals Michiel de Hoog hier aangeeft is het geven van je mening over een speler ontzettend moeilijk. Zelfs de beste scouts van de wereld die spelers meerdere malen bekijken en op basis daarvan een speler beoordelen, kunnen er ook naast zitten.
Het lijkt dan ook zeer onwaarschijnlijk dat één persoon een juist cijfer kan toekennen aan de prestaties van alle spelers uit een wedstrijd.
Zoals we hebben gezien zijn er allerlei psychologische valkuilen die het objectief beoordelen van een wedstrijd/speler moeilijk maakt.
Je kan dus sceptisch zijn over de toegevoegde waarde van rapportcijfers.
Met het afschaffen van de rapportcijfers is het probleem echter niet opgelost, journalisten zullen ook in tv-programma’s en andere rubrieken gevraagd worden om hun mening over spelers of teams te geven en hierbij geplaagd worden door de eerder genoemde valkuilen.
Mensen verwachten ook van journalisten dat zij een samenhangend verhaal kunnen vertellen die de uitslag kan verklaren. En dat valt oprecht niet mee.
Toch zouden wij misschien als kijkers, luisteraars en lezers kritischer moeten kijken naar gegeven analyses en rapportcijfers. Zij reflecteren immers lang niet altijd de waarheid van het veld.


(1) De beredenering van David Sumpter: A mathematical explanation of this can be found directly from the Poisson distribution. Goals in football are Poisson distributed and teams score about 1.4 goals on average. The variance and the mean are equal in the Poisson distribution. So the standard deviation is the square root of 1.4, which is 1.18. Thus the noise (1.18) is only slightly smaller than the signal (1.4). QED.
(2) Dit is de formule die hier gebruikt is: Doelsaldo=3.1963xRapportcijfer- 18,922. Deze formule is gebaseerd op vijf speelrondes van VI(zie eerste grafiek) en is getest op een onafhankelijke speelronde die niet is gebruikt bij het formuleren van de formule.

4.2/5 - (5 stemmen)
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel
Comments to: Scorebordjournalistiek bij geven rapportcijfers?

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *