In de media valt zo nu en dan de term ‘een typische Ajax-spits’. Bestaat dit fenomeen echter wel?
Van de afgelopen 20 seizoenen in de Eredivisie heeft Ajax vier keer een topscorer aangeleverd. Twee maal kroonde Klaas-Jan Huntelaar zich tot topscorer. Luis Suárez en Dušan Tadić lukte het beide één keer. Dit terwijl Ajax in deze 20 jaar zeven maal kampioen werd. De verwachting dat de kampioen ook de topscorer levert, kan dus lang niet altijd waargemaakt worden.
Wat hebben de succesvolle spitsen van Ajax gemeen qua kwaliteiten? Waarom ontstaat er in de huidige tijd vaak discussie omtrent de spitspositie bij Ajax? En wie zou in de toekomst deze rol kunnen vervullen?
Statistieken
Om terug te komen op de ‘typische Ajax-spits’ duiken we het verleden in.
In de onderstaande tabel zijn Ajax-spitsen van de afgelopen 20 jaar te zien, waarbij gekeken is naar het aantal wedstrijden en doelpunten.
Hierbij is het belangrijk om te onthouden dat Tadić in zijn jaar als topscorer veelal als linksbuiten fungeerde.
Hij is echter wel meegenomen in het onderzoek, omdat hij in de Champions League wedstrijden onder Ten Hag vaak in de spits staat.
De gegevens in de onderstaande tabel betreffen dan ook alleen de wedstrijden waarbij hij als spits werd opgesteld.
Allereerst zien we dat de statistieken van Arveladze, Huntelaar en Milik er bovenuit steken. Daarnaast zijn dit representatieve cijfers omdat zij een flink aantal wedstrijden voor Ajax hebben gespeeld. Daarnaast zien we dat Pantelic 0,55 doelpunten scoorde per wedstrijd, hier had hij echter wel meer tijd voor nodig dan Huntelaar.
Huidige Ajax-spits Lassina Traoré heeft iets meer dan 100 minuten nodig voor een doelpunt. Het rendement van Tadić als spits is ten opzichte van andere spitsen niet goed. Toch heeft hij, vooral in het seizoen 18/19 met het succes in de Champions League, zich meer dan bewezen als spits. Met name de samenwerking met Donny van de Beek en het balvast zijn, bleken belangrijke pijlers in het spel van Ajax.
Kwaliteiten
Als we de meest succesvolle spitsen op basis van statistieken met elkaar vergelijken, zien we zowel overeenkomsten als verschillen.
Arveladze kon zowel met links als rechts uit de voeten. Daarnaast koos hij vaak de goede positie in het zestienmetergebied. Hij bewees zich als echte afmaker.
Huntelaar is vooral in het zestienmetergebied zeer gevaarlijk en scoort regelmatig met zowel links als rechts. Hij heeft echter nog een belangrijke kwaliteit, en dat is koppen.
De Poolse spits Milik behaalde eveneens een goed rendement in zijn tijd bij Ajax. Hij is, net als Arveladze en Huntelaar, een alleskunner en een echte afmaker. Hij scoort zowel met links en rechts als met het hoofd.
Al met al kunnen we zeggen dat deze drie succesvolle spitsen allemaal zeer goed zijn in het positioneren in het zestienmetergebied. Daarnaast kunnen zij zowel met links als met rechts een bal binnen schieten en scoorden of scoren zij regelmatig met het hoofd.
In de tabel zien we dat de andere spitsen, die minder rendement behaalden, eigenlijk wel (deels) dezelfde kwaliteiten hebben.
Verschillen zijn er zeker ook. Ibrahimović is een alleskunner en een echte afmaker.
Ditzelfde geldt bijvoorbeeld voor Dolberg. Hij heeft een goed schot en bezit daarnaast genoeg snelheid voor een loopactie achter de laatste lijn.
Dit is iets wat Sigþórsson weer in mindere mate bezit, echter is hij zeer goed in koppen en het positioneren in het zestienmetergebied.
Een ‘alleskunner’ kan volgens ons zowel met links, rechts en met het hoofd scoren. Daarnaast is het belangrijk dat de spits bij Ajax kan meevoetballen, aangezien Ajax regelmatig tegen ploegen speelt die inzakken.
Verder is een spelprincipe als de vijfseconderegel van belang bij Ajax en moet een spits actief drukzetten.
Typische Ajax-spits
Is er dus sprake van het fenomeen een ‘typische Ajax-spits’? Niet echt. Alle spitsen die vaak in de basis startten in de afgelopen 20 jaar, hebben verschillende kwaliteiten.
Wat wel overeenkomt is dat het nagenoeg allemaal ‘alleskunners’ zijn. Maar om hieruit te concluderen dat dit typisch is voor een Ajax-spits, is te veel van het goede.
Als we een blik werpen op de wereldtop, zien we namelijk dat alle spitsen van wereldklasse ‘alleskunners’ zijn.
Robert Lewandowski, Karim Benzema, Timo Werner en Erling Haaland, allemaal spitsen van wereldklasse die zowel met links en rechts als met het hoofd doelpunten kunnen maken.
Verschillen zijn er ook zeker te zien. Werner is bijvoorbeeld enorm snel, terwijl Lewandowski heel sterk is.
In het huidige seizoen heerst regelmatig discussie over de spitspositie bij Ajax. Traoré kreeg in 10 Eredivisiewedstrijden zes maal een basisplek, terwijl hij in de Champions League nog maar twee keer als basisspeler in de spits mocht aantreden.
In de toppers tegen Liverpool werd dan ook gekozen voor het strijdplan met Tadić in de spits. Hiermee is immers bewezen dat Ajax niet onder hoeft te doen voor ploegen van wereldklasse zoals in dit geval Liverpool.
Een veelzijdige spits van wereldklasse heeft Ajax dan ook nog niet in huis. Tadić is veelzijdig, maar geen échte spits.
Dit hebben de statistieken ook laten zien. Wel kan hij het team beter laten fungeren door bijvoorbeeld de bal vast te houden.
Traoré is sterk en heeft weinig tijd nodig voor een doelpunt en zou zich kunnen ontwikkelen tot een topspits, maar is dit blijkbaar volgens Ten Hag nu nog niet.
Anders had hij namelijk wel op een vaste basisplaats in zowel Eredivisie als Champions-League wedstrijden kunnen rekenen.
Toekomst
Nu heerst nog de vraag wie deze rol in de toekomst op zich kan nemen. Kan Traoré zijn potentie waarmaken?
Of moet Ajax op zoek naar een ander talent? We sluiten dit artikel dan ook af met een blik op de statistieken Traoré en twee andere talentvolle spitsen.
Lassina Traoré
Laten we allereerst kijken naar de statistieken van Traoré.
In de bovenstaande afbeeldingen zijn de statistieken en de PSxG map te zien. PSxG staat voor Post-Shot Expected Goals, oftewel de Expected Goals on Target.
We zien dat de statistieken van Traoré wat betreft zijn (expected) goals bovengemiddeld zijn, terwijl zijn aantal shots on target niet bovengemiddeld is.
Hieruit kunnen we concluderen dat, wanneer Traoré op doel schiet, het vaak een zeer gevaarlijke doelpoging is.
Dit is ook te zien in de PSxG map. We zien namelijk dat al zijn shots on target zijn geschoten vanaf ongeveer twee tot 11 meter van het doel.
Myron Boadu
Myron Boadu geldt uiteraard als een van de meest talentvolle spitsen op de Nederlandse velden (vorig jaar lichten we hem al uit).
In de media wordt dan ook regelmatig gespeculeerd over een mogelijke overstap naar Ajax, om vervolgens de Europese top te bestormen.
In de onderstaande afbeeldingen zijn de statistieken te zien.
Boadu heeft, net als Traoré, lang niet alles gespeeld dit seizoen. In speelronde zes van de Eredivisie sloeg ook bij hem het Coronavirus toe. In de drie speelronden hierna is hij twee maal 20 minuten voor tijd ingevallen en is eenmaal op de bank blijven zitten.
Opvallend is dat de spits van AZ in vergelijking met andere spitsen weinig doelpogingen onderneemt.
Mede hierdoor heeft hij nog maar drie keer kunnen scoren. In zijn PSxG map is te zien dat hij, net als Traoré, zijn schoten op goal vooral vanaf binnen het zestienmetergebied afvuurt.
Daarnaast is te zien dat hij naast het schieten met de voet, ook middels een kopbal het doel heeft weten te bereiken.
Danilo
De Ajax-huurling bij Twente geldt misschien wel als een van de verrassingen van de eerste seizoenshelft. De 21-jarige Braziliaan laat goede statistieken zien in vergelijking met zijn collega spitsen.
Schoten, doelpunten, expected goals en NSxG, vrijwel alle statistieken laten een positief beeld zien. Alleen het aantal defensive actions is lager dan gemiddeld.
Het is echter maar de vraag of deze statistiek voor een spits van Ajax van belang is.
Daarnaast is in de PSxG map te zien dat Danilo van zowel binnen als buiten het zestienmetergebied zijn schoten lost.
Naast het scoren van negen doelpunten in de Eredivisie heeft hij ook al vier assists op zijn naam staan.
Mocht Danilo deze lijn doorzetten in de tweede seizoenshelft, zal hij deze zomer een serieuze concurrentiestrijd aan kunnen gaan met Traoré.
Wel zijn het twee verschillende type spitsen. Traoré is sterk, balvast en zeer effectief in het zestienmetergebied. Danilo is daarentegen wendbaar, een dribbelaar en kan ook op de counter gevaarlijk zijn.
Mocht Ajax voor Boadu willen gaan, zal het diep in de buidel moeten tasten. Zijn statistieken vallen in het huidige seizoen tegen, maar hij heeft zijn kwaliteiten duidelijk bewezen.
Voor wie Ajax ook gaat, ze zullen op den duur een vervanger moeten vinden voor Tadić. Of Traoré zijn potentie kan waarmaken, is natuurlijk nog maar de vraag.
Van een ‘typische Ajax-spits’ is gezien het verleden dus niet echt sprake. Om bij de top te kunnen aansluiten heb je een veelzijdige spits nodig die zowel met de voet als met het hoofd kan scoren. Bovendien is het meevoetballen cruciaal in het spel bij Ajax.
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel