De VAR (Video Assistent Referee) is de afgelopen jaren langzamerhand geïmplementeerd in alle grote voetbalcompetities van Europa.
De bedoeling was dat het buitenspel zou veranderen in een objectieve observatie. Zelfs met de introductie van de nieuwe technologie blijft dit een utopie.
De VAR software
Door middel van de nieuwe technologie, die tegenwoordig in de grote competities van Europa gebruikt wordt, kan de VAR lijnen trekken op lichaamsdelen van de spelers.
Dit kan aan de hand van verschillende methodes, zoals bijvoorbeeld de Gridlines-methode. Deze methode werkt tweedimensionaal en hierbij trek je lijnen op de voeten van de spelers.
De Gridlines-methode heeft zijn beperkingen want het kan geen lijnen trekken tussen lichaamsdelen die zich niet op de grond bevinden.
Het is nodig om tussen die andere lichaamsdelen lijnen te trekken omdat een speler volgens de regels buitenspel kan staan met elk lichaamsdeel waarmee hij kan scoren.
Een andere methode kan dit wel: de Crosshair-methode.
Deze methode kan driedimensionale lijnen trekken. Het nadeel van de Crosshair-methode is dat het meer tijd in beslag neemt om lijnen te trekken in vergelijking met de Gridlines-methode.
Afbeelding 1: positie van camera’s
In afbeelding 1 zie je de opstelling van camera’s. In de meeste eredivisiewedstrijden ziet dit er zo uit en kan de VAR met behulp van camera 7 en 8 bepalen of er sprake is van buitenspel.
Een vereiste voor de introductie van de nieuwe buitenspeltechnologie was dat de VAR in elke wedstrijd beschikt over deze zestienmetercamera’s.
Invloed nieuwe handsregel
Sinds het seizoen 2020/2021 is het duidelijk welk deel van de arm de bal mag raken zonder dat het hands is.
In de spelregelwijziging van de KNVB staat dat “de ‘arm’ eindigt bij de onderkant van de oksel”.
Dit is goed te zien in afbeelding 2.
Deze aanscherping heeft ervoor gezorgd dat het duidelijk is op welk punt een lijn getrokken moet worden met betrekking tot buitenspel, aangezien een lichaamsdeel waarmee een aanvaller niet mag scoren in buitenspelpositie mag staan zonder dat dit buitenspel is.
Afbeelding 2: visualisatie van hands van de IFAB (international football association board)
Op 10 augustus 2019, tijdens de wedstrijd West Ham United – Manchester City, werd voor het eerste gebruik gemaakt van de Crosshair-methode, zoals te zien is in afbeelding 3.
In deze situatie werd een lijn getrokken vanaf Sterling zijn schouder. De schouder van Sterling, zo oordeelde de VAR, bevond zich in buitenspelpositie.
In dit geval was er zowel discussie over de plek waarvan de lijn werd getrokken en of Sterling wel echt buitenspel stond.
De discussie over de plek waarvan de lijn getrokken moet worden, om te bepalen of de aanvaller buitenspel staat, is nu duidelijk door de aanscherping van de handsregel.
Afbeelding 3: de afgekeurde goal van Raheem Sterling tegen West Ham United
Foutmarge
Nu de handsregel duidelijk is lijkt het een geval van een paar lijntjes trekken en een objectieve beslissing nemen.
Dit is echter te kort door de bocht.
De VAR heeft te maken met camera’s die een bepaald beeld registreren. Camera’s registreren dit beeld in frames per second (fps).
Dat zijn als het ware de hoeveelheid foto’s die de camera’s maken per seconde. Neil Swarbrick, hoofd van de Engelse VAR, heeft gezegd dat de camera’s in Engeland opereren met een frame rate van 50 frames per seconde.
Stel dat een aanvaller zes meter per seconde loopt, wat neerkomt op ongeveer 20 kilometer per uur, dan zouden de camera’s 6000 frames per seconde moeten registreren om elke millimeter van de aanvaller te registreren.
In werkelijkheid registreren de camera’s dus 50 frames per seconde en kunnen ze dus elke 120 millimeter als het ware een foto maken. Wat neerkomt op het feit dat de aanvaller in dit geval 12 centimeter buitenspel kan staan zonder dat dit geregistreerd is.
Dit geldt hetzelfde voor de speler die de pass geeft aan de aanvaller. Om het beeld precies stil te krijgen op het moment dat de pass gegeven wordt is moeilijk.
Uit onderzoek blijkt dat de tijd waarop je een bal schopt en deze je voet verlaat tussen de zeven en twaalf milliseconden ligt.
Dit betekent wederom dat dit niet altijd te registreren is op het beeld.
Met een camera van 50 fps is er namelijk sprake van een interval tussen de beelden van 20 milliseconden.
Dat Sterlings schouder buitenspel staat kan eigenlijk niet met zekerheid gezegd worden, aangezien een frame is gepakt dat het dichtste bij het moment van passen komt.
Of dit daadwerkelijk ook het moment is waarop de bal gepasst wordt is de vraag.
Ook als de camera’s een hogere kwaliteit hebben en op het beeld registreren met meer frames per seconde blijft het probleem bestaan. De foutmarge wordt alleen kleiner.
Om deze discussie te voorkomen maakt de Nederlandse competitie, net als de Franse, Duitse, Spaanse en Italiaanse competitie, gebruik van een foutmarge.
Deze foutmarge houdt in dat, als de lijnen die getrokken worden elkaar raken, de VAR niet ingrijpt en de beslissing van de scheidsrechter op het veld leidend is.
Deze lijnen gebruikt bij de Crosshair-methode zijn 5 centimeter dik.
Tijdens de wedstrijden FC Twente – FC Groningen en Vitesse – PSV is er gebruik gemaakt van de nieuwe software en heeft de VAR de beslissingen genomen om niet in te grijpen omdat de lijnen elkaar raken.
Tijdens FC Twente – FC Groningen, afbeelding 4, vlagde de grensrechter in eerste instantie voor buitenspel. Vervolgens is de VAR lijnen gaan trekken en duurde het maar liefst vier minuten en 21 seconden voordat de VAR zag dat de lijnen elkaar raakten.
Hierdoor werd er niet ingegrepen. De originele beslissing van de grensrechter bleef staan en Vaclav Cerny werd buitenspel gegeven.
Afbeelding 4: doelpunt van Vaclav Cerny wordt afgekeurd wegens buitenspel tijdens Twente – Groningen
Tijdens de wedstrijd tussen Vitesse – PSV gebeurt er nagenoeg hetzelfde met één cruciaal verschil: de grensrechter heeft in dit geval niet gevlagd.
Na twee minuten en tien seconden zag de VAR dat de lijnen elkaar raakten waardoor de beslissing van de grensrechter leidend was.
Afbeelding 5: Doelpunt van Loïs Openda wordt goedgekeurd tijdens Vitesse – PSV.
In beide situaties wordt ervoor gekozen om de metingen van de nieuwe software te negeren omdat ze binnen de foutmarge vallen.
Het oordeel dat nu blijft staan is het oordeel van de grensrechter. De vraag is natuurlijk: als de software niet kan vaststellen dat het buitenspel is, hoe moet de grensrechter dit doen?
De beslissing of iemand buitenspel staat, in het geval van kleine marges, ligt dus in de handen van de grensrechter. Dit levert nog een ander probleem op.
Tot de introductie van de foutmarge had de grensrechter de instructie om laat te vlaggen, zodat het spel niet te vroeg stil gelegd zou worden als er geen sprake zou zijn van buitenspel.
Als de grensrechter nu laat, of helemaal niet, vlagt bij een situatie waarin de marges nauw zijn wordt alsnog uitgegaan van de beslissing van de grensrechter.
Dit kan tot situaties leiden waarbij de grensrechter op twee gedachten hinkt. Als het te nauw is moet de grensrechter juist wel vlaggen als hij denkt dat het buitenspel is.
Als de marges groot genoeg zijn voor de VAR om het te kunnen zien moet hij juist wachten met vlaggen.
Onvrede
Dat er onvrede over deze regel bestaat is ook duidelijk. Zo twitteren voetballers er tegenwoordig op los.
Cristian Tello tweette over een afgekeurde goal wegens buitenspel en trok zijn twijfels bij het trekken van de lijn.
Hij vond dat de lijn niet via zijn schouder maar via zijn arm getrokken werd. Het tv-beeld is echter wel misleidend want de lijn die getrokken wordt op televisie lijkt nogal dik maar de software die de lijn trekt vanaf de schouder is wel precies.
Toch blijft het argument van Tello wel overeind, namelijk, stond hij wel echt buitenspel?
Ook in Engeland, waar ze in tegenstelling tot de andere grote competities niet met een foutmarge werken, bestaat er grote ontevredenheid.
Tijdens de derby Everton – Liverpool werd de 3-2 van Mané in de laatste minuut afgekeurd omdat Mané buitenspel bleek te staan, volgens de software.
Afbeelding 6: De 2-3 van Sadio Mané wordt afgekeurd wegens buitenspel
Er bestaat dus een grote onvrede onder teams in competities die met een foutmarge werken en teams in competities die zonder een foutmarge werken.
Met de introductie van de VAR zou de subjectiviteit bij de beoordeling van buitenspel verdwijnen aangezien de grensrechter, die buitenspel soms niet met het blote oog kan waarnemen, wordt ondersteund door een computer die dit wel zou moeten kunnen.
In werkelijkheid kan de software het dus ook niet altijd waarnemen en wordt in de meeste competities de beslissing dan weer uitbesteed aan de grensrechter die nog minder kan waarnemen dan een computer.
Dit betekent dat de VAR er niet voor heeft gezorgd dat buitenspel objectief bepaald kan worden maar nog steeds een subjectieve beslissing blijft van de grensrechter.
Nog geen reacties
Geef je mening Cancel